Installatiehandleiding | Pumping Smart Card
Tabel 49: 36-9 - Well Depth (Putdiepte)
Optie
*
Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
Trip and Reset (Uitschakeling en reset)
Warn and Log (Waarschuwing en loggen)
Log Only (Alleen loggen)
6.7 Thermische beveiliging
Thermische beveiliging gebruikt de klemmen R1, R2, R3 op de smartcard.
Thermische beveiliging is alleen actief wanneer de softstarter zich in de bedrijfsmodus bevindt.
6.7.1 Parametergroep 35-** Thermal Protection (Thermische beveiliging)
Tabel 50: 35-1 - Temperature Sensor Type (Type temperatuursensor)
Optie
Functie
Bepaalt welk type sensor er aan de temperatuursensoringang op de smartcard is gekoppeld.
*
None (Geen)
PT100
Tabel 51: 35-2 - Temperature Trip Level (Uitschakelingsniveau temperatuur)
Bereik
Functie
* 40 °
0–240 °
Bepaalt het uitschakelingspunt voor temperatuurbeveiliging. Gebruik parameter 10-2 Temperature Scale (Temper-
atuurschaal) om de temperatuurschaal te configureren.
6.7.2 Parametergroep 36-** Pump Trip Action (Pompuitschakelingsactie)
Tabel 52: 36-10 - RTD/PT100 B
Optie
*
Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
Trip Starter (Uitschakeling starter)
28 | Danfoss A/S © 2018.10
Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter wanneer de diepte het uitschake-
lingsniveau voor de diepte (parameter 34-1 Depth Trip Level (Uitschake-
lingsniveau diepte)) overschrijdt of de dieptesensorschakelaar sluit.
Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter op de beveiligingsgebeurtenis.
Configuratie
AN279052730268nl-000101 / 175R1183