Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Analoge 4-20 Ma-Sensor Gebruiken; Een Schakelaarsensor Gebruiken; Een Pulssensor Gebruiken - Danfoss VLT Soft Starter MCD 600 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT Soft Starter MCD 600:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatiehandleiding | Pumping Smart Card
E Beveiligingsrespons (parameter 36-2 Flow Sensor (Flowsensor),
parameter 36-6 High Flow (Hoge flow), parameter 36-7 Low
Flow (Lage flow), parameter 36-8 Flow Switch (Flowschakelaar))
2 Responsvertraging flowbeveiliging (parameter 31-4 Flow
Response Delay (Responsvertraging flow)).
Afbeelding 3:
Werking – Flowbeveiliging

6.3.1.1 Een analoge 4-20 mA-sensor gebruiken

Context:
Een analoge 4-20 mA-sensor biedt beveiliging en bewaking.
Procedure
1. Sluit de sensor aan op B33, B34.
2. Stel parameter 30-5 Flow Sensor Type (Type flowsensor) in op Analog (Analoog).
3. Stel parameter 30-6 tot en met 30-8 in volgens de sensorspecificaties.
4. Stel parameter 31-1 tot en met 31-4, parameter 36-2 Flow Sensor (Flowsensor) en parameter 36-7 Low Flow (Lage flow) in op de
gewenste opties.

6.3.1.2 Een schakelaarsensor gebruiken

Context:
Een schakelaarsensor biedt alleen beveiliging.
Procedure
1. Sluit de sensor aan op C23, C24.
2. Stel parameter 30-5 Flow Sensor Type (Type flowsensor) in op Switch (Schakelaar).
3. Stel parameter 31-3 tot en met 31-4, parameter 36-2 Flow Sensor (Flowsensor) en parameter 36-8 Low Flow (Lage flow) in op de
gewenste opties.
De parameters 31-1 tot en met 31-2 worden niet gebruikt bij gebruik van een schakelaarsensor.

6.3.1.3 Een pulssensor gebruiken

Context:
Een pulssensor biedt beveiliging en bewaking.
Procedure
1. Sluit de sensor aan op C23, C24.
2. Stel parameter 30-5 Flow Sensor Type (Type flowsensor) in op Pulses per Minute (Pulsen per minuut) of Pulses per Unit (Pulsen per
eenheid).
3. Stel parameter 30-6 Flow Units (Floweenheden), 30-11 Units per Pulse (Eenheden per puls), en parameter 30-9 Units per Minute at Max
Flow (Eenheden per minuut bij max. flow) of parameter 30-10 Pulses per Minute at Max Flow (Pulsen per minuut bij max. flow) in volgens
de sensorspecificaties.
4. Stel parameter 31-1 tot en met 31-4, parameter 36-2 Flow Sensor (Flowsensor), parameter 36-6 High Flow (Hoge flow) en parameter
36-7 Low Flow (Lage flow) in op de gewenste opties.
Danfoss A/S © 2018.10
D Beveiligingsgebeurtenis (parameter 31-1 High Flow Trip Level
(Uitschakelingsniveau hoge flow) en parameter 31-2 Low Flow
Trip Level (Uitschakelingsniveau lage flow))
1 Startvertraging flowbeveiliging (parameter 31-3 Flow Start
Delay (Startvertraging flow)).
Configuratie
AN279052730268nl-000101 / 175R1183| 13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave