Installatiehandleiding | Pumping Smart Card
De smartcard schakelt de softstarter uit (trip) wanneer de druk het geprogrammeerde uitschakelingsniveau overschrijdt. Als de druk
zich nog steeds buiten het verwachte werkbereik bevindt wanneer de uitschakeling wordt gereset (inclusief automatische reset),
wordt de softstarter niet opnieuw uitgeschakeld.
6.4.1 Werking
Bedrijf
Gereed
A
B
1
A Uit (gereed)
C Drukbeveiliging actief
E Beveiligingsrespons (parameter 36-1 Pressure Sensor
(Druksensor), parameter 36-4 High Pressure (Hoge druk),
parameter 36-5 Low Pressure (Lage druk)
2 Responsvertraging drukbeveiliging (parameter 32-3 High
Pressure Response Delay (Responsvertraging hoge druk) en
parameter 32-6 Low Pressure Response Delay
(Responsvertraging lage druk))
Afbeelding 4:
Werking – Drukbeveiliging
6.4.1.1 Een analoge 4-20 mA-sensor gebruiken
Context:
Een analoge 4-20 mA-sensor biedt beveiliging en bewaking.
Procedure
1. Sluit de sensor aan op B23, B24.
2. Stel parameter 30-1 Pressure Sensor Type (Type druksensor) in op Analog (Analoog).
3. Stel parameter 30-2 tot en met 30-4 in volgens de sensorspecificaties.
4. Stel parameter 32-1 tot en met 32-6, parameter 36-1 Pressure Sensor (Druksensor) en parameter 36-4 tot en met 36-5 in op de
gewenste opties.
6.4.1.2 Een schakelaarsensor gebruiken
Context:
Een schakelaarsensor biedt alleen beveiliging.
Danfoss A/S © 2018.10
C
D
2
Tijd
E
B Startsignaal
D Beveiligingsgebeurtenis (parameter 32-1 High Pressure Trip
Level (Uitschakelingsniveau hoge druk) en parameter 32-4 Low
Pressure Trip Level (Uitschakelingsniveau lage druk))
1 Startvertraging drukbeveiliging (parameter 32-2 High Pressure
Start Delay (Startvertraging hoge druk) en parameter 32-5 Low
Pressure Start Delay (Startvertraging lage druk))
Configuratie
AN279052730268nl-000101 / 175R1183| 17