Parametergroep 33-** Pressure Control (Drukregeling); Parametergroep 36-** Pump Trip Action (Pompuitschakelingsactie) - Danfoss VLT Soft Starter MCD 600 Installatiehandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT Soft Starter MCD 600:
- Bedieningshandleiding (150 pagina's) ,
- Installatiehandleiding (26 pagina's) ,
- Installatiehandleiding (22 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Installatiehandleiding | Pumping Smart Card
6.5.2.4 Parametergroep 33-** Pressure Control (Drukregeling)
Drukregeling gebruikt de klemmen B23, B24 op de smartcard. Gebruik een analoge 4-20 mA-sensor.
Tabel 34: 33-1 - Pressure Control Mode (Drukregelingsmodus)
Optie
*
Off (Uit)
Falling Pressure Start
(Start bij afnemende
druk)
Rising Pressure Start
(Start bij toenemende
druk)
Tabel 35: 33-2 - Start Pressure Level (Startdrukniveau)
Bereik
Functie
* 5
1–5000
Bepaalt het drukniveau waarbij de softstarter een zachte start moet uitvoeren.
Tabel 36: 33-3 - Start Response Delay (Responsvertraging bij start)
Bereik
* 0,5 s
00:00:100–30:00:000
mm:ss:ms
Tabel 37: 33-4 - Stop Pressure Level (Stopdrukniveau)
Bereik
* 10
0–5000
Tabel 38: 33-5 - Stop Response Delay (Responsvertraging bij stop)
Bereik
* 0,5 s
00:00:100–30:00:000
mm:ss:ms
6.5.2.5 Parametergroep 36-** Pump Trip Action (Pompuitschakelingsactie)
Tabel 39: 36-1 - Pressure Sensor (Druksensor)
Optie
*
Soft Trip and Log (Zachte uitschakeling en loggen)
Soft Trip and Reset (Zachte uitschakeling en reset)
24 | Danfoss A/S © 2018.10
Functie
Bepaalt hoe de softstarter de gegevens vanuit de druksensor gebruikt om de motor te regelen.
De softstarter gebruikt de druksensor niet voor het regelen van een zachte start.
De softstarter start wanneer de druk daalt tot onder het niveau dat is geselecteerd in parameter
33-2 Start Pressure Level (Startdrukniveau).
De softstarter start wanneer de druk stijgt tot boven het niveau dat is geselecteerd in parameter
33-2 Start Pressure Level (Startdrukniveau).
Functie
Bepaalt hoeveel tijd er na overschrijding van het startdrukniveau voor een drukregeling moet
verstrijken voordat de softstarter een zachte start uitvoert.
Functie
Bepaalt het drukniveau waarbij de softstarter de motor moet stoppen.
Functie
Bepaalt hoeveel tijd er na overschrijding van het stopdrukniveau voor een drukregeling moet
verstrijken voordat de softstarter de motor stopt.
Functie
Bepaalt de reactie van de softstarter wanneer die een fout in verband met
de druksensor detecteert.
Configuratie
AN279052730268nl-000101 / 175R1183
Advertenties
Inhoudsopgave
