Onderhoud
Zekeringen
Onderhoudsinterval/Specificatie
De elektrische installatie is beveiligd door middel van
zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er
een zekering is doorgebrand, moeten onderdeel en
bedrading op kortsluiting worden gecontroleerd. Om
een zekering te vervangen, deze uit de houder trekken
(fig. 34).
Zekering:Hoofdzekering/startmotor F1-30 A,
steekzekering
Regelaar F2-25 A, steekzekering
Dashboard F3-10 A, steekzekering
Koplampen F4-10 A, steekzekering
Figuur 34
1. Dashboard-10 A
2. Koplampen-10 A
Koplampen
Specificatie: gloeilamp # 1156, type voor automobielen
Gloeilamp verwijderen
1.
Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen,
parkeerrem in werking stellen en contactsleutel
op "OFF" draaien om de motor te stoppen.
Verwijder de sleutel.
2.
Open de motorkap. Trek de stekkers uit de
aansluitingen op de lamphouders.
3.
Draai de lamphouder 1/4 slag linksom en
verwijder deze uit de reflector (fig. 35).
34
4
3
2
1
2344
3. Regelaar-25 A
4. Hoofdzekering-30 A
4.
Gloeilamp indrukken, linksom draaien tot aan
aanslag (ca. 1/4 slag) en uit de lamphouder
nemen (fig. 36).
5
3
2
4
Figuur 35
1. Lamphouder
2. Reflector
3. Lippen
Gloeilamp monteren
1.
Aan de zijkant van de lampvoet zitten metalen
pennen. Houd de pennen voor de sleuven in de
lamphouder en steek de lampvoet in de houder
(fig. 36). De lamp in de houder drukken en
rechtsom draaien tot aanslag.
2
4
3
Figuur 36
1. Gloeilamp
2. Metalen pennen
5
1
4
4. Sleuven
5. Polen
1
2
4
3. Lamphouder
4. Sleuven