Onderhoud
Motorolie
Onderhoudsinterval/Specificatie
Olie verversen:
Na de eerste 5 bedrijfsuren.
Na elke 100 bedrijfsuren.
NB.:
De motorolie moet vaker worden
ververst bij gebruik in zeer stoffige of
vuile omstandigheden.
Type olie: detergente olie (API-klasse SF of SG)
Carterinhoud: met filter 1,9 liter (1/2 ga.)
Viscositeit: zie onderstaande tabel
GEBRUIK OLIESOORTEN MET DEZE
SAE-VISCOSITEIT
-20
0
20
32
40
F
-30
-20
-10
0
C
26
80
100
60
10
20
30
40
Motoroliepeil controleren
1.
Parkeer de machine op een vlakke en horizontale
ondergrond. Maaikoppeling (aftakas)
uitschakelen, parkeerrem in werking stellen en
contactsleutel in de stand "OFF" draaien om de
motor af te zetten. Contactsleutel verwijderen.
2.
Open de motorkap.
3.
Maak de omgeving van de peilstok (fig. 20)
schoon, zodat er geen vuil in de vulopening kan
komen, wat tot motorschade kan leiden.
4.
Peilstok eruit draaien en metalen deel met een
doek schoonvegen (fig. 20).
5.
Peilstok helemaal in de vulbuis drukken, maar
niet op de buis vastdraaien (fig. 20). Peilstok
opnieuw eruit trekken en oliepeil op metalen
deel controleren. Als het oliepeil te laag is, olie
via de vulbuis bijvullen totdat het oliepeil tegen
de markering "FULL" staat.
Belangrijk: Het carter nooit overvullen met olie;
hierdoor kan de motor beschadigd
worden.
1
3
Figuur 20
1. Oliepeilstok
2. Metalen deel
2
3. Vulbuis