Smeren
Onderhoudsinterval/Specificatie
De machine na elke 50 bedrijfsuren of jaarlijks
doorsmeren, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden. Het smeren moet vaker plaatsvinden bij
gebruik in zeer stoffige of zanderige omstandigheden.
Type vet: universeel smeervet.
Methode van smeren
1.
Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen, parkeerrem
in werking stellen en contactsleutel op "OFF"
draaien om de motor te stoppen. Verwijder de
sleutels uit contactschakelaar en keuzeschakelaar.
2.
Smeernippels schoonmaken met een doek.
Indien nodig verf van de voorkant van de nippels
afkrabben.
3.
Een vetspuit op de smeernippel zetten en vet in
de smeernippel pompen totdat wat vet bij de
lagers naar buiten komt.
4.
Overtollig vet wegvegen.
Waar moet gesmeerd worden
1.
Smeer de voorwielen en de spindels totdat er wat
nieuw vet bij de lagers naar buiten komt (fig. 25).
2.
Smeer het draaipunt van de vooras (fig. 25).
Figuur 25
3.
Rijpedaal smeren bij modellen met
hydrostatische rijaandrijving, of rem- en
koppelingspedaal bij modellen met versnelling,
waar die om de bevestigingsas draaien (fig. 26).
Bandenspanning
Onderhoudsinterval/Specificatie
Houd de voor- en achterbanden op de voorgeschreven
spanning. Controleer de bandenspanning via het
ventiel na elke 25 bedrijfsuren of elke maand, waarbij
de kortste periode moet worden aangehouden
(fig. 27). De bandenspanning kan het best bij koude
banden worden gecontroleerd.
Bandenspanning:138 kPa (20 psi) voor en achter.
1211
Onderhoud
Figuur 26
1
Figuur 27
1. Ventiel
1264
2323
29