BELANGRIJK: Als er geen water uit de indicatieopening van de waterpomp komt, stopt u de motor en
controleert u of de koelwaterinlaat verstopt is. Als er geen verstopping is, kan dit betekenen dat de
waterpomp defect is of dat het koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat
de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als de motor in oververhitte toestand wordt gebruikt, loopt hij
schade op.
MOTOR OPWARMEN
Voordat u de motor gebruikt, laat u hem drie minuten stationair draaien om op te warmen.
Motor starten - Modellen met stuurknuppel
Lees voordat u de motor start de 'Controlelijst vóór het starten', de 'Speciale bedieningsinstructies' en de
'Procedure voor het inlopen van de motor' in het hoofdstuk Bediening .
Wanneer er onvoldoende koelwater wordt toegevoerd, raakt de waterpomp beschadigd waardoor de motor
oververhit raakt. Start en gebruik de motor onder geen beding zonder het inlaathuis in het water.
1.
Open de ontluchtingsplug van de brandstoftank (in de vuldop) op brandstoftanks met handbediende
ontluchting.
2.
Verbind de externe brandstofslang met de buitenboordmotor. Controleer of de connector is vastgeklikt.
3.
Plaats de benzinepompbal in de brandstofleiding met de pijl op de zijkant omhoog gericht. Knijp enkele
keren in de benzinepompbal totdat deze hard aanvoelt.
BEDIENING
KENNISGEVING
19748
28526
27348
34
nld