25°
25°
F
-
De vijlhouder vergemakkelijkt het vijlen, heeft markeringen
voor de correcte aanscherphoek van 25˚ en begrenst de
vijldiepte (4/5 van de vijldoorsnede). Zie de accessoirelijst
voor het bestelnummer.
-
De markeringen moeten bij het vijlen parallel aan de ketting
lopen.
Zaaggeleider reinigen
LET OP:
Beslist werkhandschoenen dragen.
I
De loopvlakken van de zaaggeleider moeten regelmatig op
beschadigingen worden gecontroleerd en gereinigd.
8
7
K
-
Reinig de binnenkant, in het bijzonder het gebied rond de
remband (K/7), met een kwast.
AANWIJZING: Het remmechaniek, in het bijzonder de
veer (K/8), niet reinigen omdat deze uit de geleiding kan
wegspringen.
AANWIJZING: Schuim (K/9) niet verwijderen.
-
Beschermplaat en geleideplaat weer monteren.
-
Na het monteren moet de werking van de kettingrem getest
worden (zie hoofdstuk Kettingrem controleren).
1/5
G
-
Aansluitend op het naslijpen de hoogte van de diepte-
begrenzers controleren met de kettingmaatlat. Zie de
accessoirelijst voor het bestelnummer.
-
Ook de geringste uitsteekhoogte met een speciale vlakke
vijl verwijderen (G).
-
Dieptebegrenzer aan de voorzijde opnieuw afronden (H).
Kettingremband reinigen
LET OP: Kettingrem inschakelen (blokkeren)
en beschermende handschoenen dragen!
De kettingrem tijdens het reinigen niet bedienen.
J
-
Schroef de bevestigingsmoeren (J/1) los en verwijder
deze.
-
Neem de kettingbeschermer (J/2) eraf.
-
Draai de schroef (J/3) los en de neem de geleidingsplaat
(J/4) eraf.
-
De vier schroeven (J/5) losdraaien en de afdekplaat (J/6)
voorzichtig vewijderen.
9
AANWIJZING: Let erop dat de drukveer (K/8) er niet uit
springt. Tijdens het reinigen moet de drukveer zodanig
vastgezet worden dat hij er niet uit kan springen.
AANWIJZING:
De kettingrem is een zeer belangrijke veiligheids-
voorziening en is zoals ieder onderdeel onderhevig aan
slijtage.
Regelmatige controle en onderhoud is in het belang van
uw eigen veiligheid en dient door een MAKITA service-
werkplaats uitgevoerd te worden.
H
6
5 3
2
1
SERVICE
4
17