Motor starten
A
-
Op minstens 3 m afstand van de plek waar getankt wordt.
-
Zorg dat u stabiel staat en leg de motorkettingzaag zo op
de grond leggen dat de zaaginrichting vrij van de grond
blijft.
-
Kettingrem inschakelen (blokkeren).
-
Zet de kortsluitschakelaar in de positie „I" (START) (B/1).
-
Houd de beugelgreep stevig met één hand vast en druk de
motorkettingzaag tegen de grond.
-
Zet uw voet met de neus van de schoen in de achterste
handbeschermer.
Aanwijzing voor de uitvoering met een decompressieven-
tiel:
-
Druk vóór het starten knop (B/6) in.
-
Na succesvolle ontsteking sluit het ventiel vanzelf weer.
Kettingrem controleren
C
De kettingrem moet elke keer vóór werkbegin worden
gecontroleerd.
-
De motor zoals beschreven starten (een vellige stand
innemen en de motorzaag zodanig op de grond zetten, dat
het zaagwerk vrij staat).
-
De beugelgreep met één hand stovig omvatten, de andere
hand aan de handgreep.
-
De motor op halve toeren laten lopen en met de rug van de
hand de handbeschermer (C/6) in de richting van de pijl
drukken tot de kettingrem blokkeert. Nu moet de zaagketting
onmiddellijk tot staan komen.
-
De motor onmiddellijk in zijn vrij zetten en de kettingrem
weer loszetten.
Attentie: Indien de zaagketting na deze controle niet
onmiddellijk tot stilstand komt, mag men in geen geval
met het werk beginnen. U moet dan de hulp van een
MAKITA servicewerkplaats inroepen.
14
B
Koude start:
-
-
-
-
-
-
-
Warme start:
-
Motor uitzetten
-
Kettingsmering controleren
6
D
Zaag nooit met onvoldoende kettingsmering. Hiermee verkort
u de levensduur van de zaaginrichting ! Controleer vóór het
begin van de werkzaamheden altijd het oliepeil in de tank en de
controleer ook de olietoevoer.
De olietoevoer kan op als volgt gecontroleerd worden:
-
-
Bij voldoende smering vormt zich een licht oliespoor door de
afgeslingerde olie. Let ook op de windrichting zodat u zich niet
onnodig aan deze smeeroliemist blootstelt!
6
1
5
4
Trek de chokehendel (B/2) uit.
Druk de veiligheidspal (B/3) omlaag.
Druk de gashendel (B/4) in en zet hem met de sperknop
(B/5) vast.
Trek de starterkabel langzaam uit tot u weerstand voelt (de
zuiger staat nu voor het bovenste dode punt).
Trek de kabel nu snel en krachtig verder uit tot er een
eerste hoorbare ontsteking volgt
LET OP: De starterkabel niet meer dan ca. 50 cm uittrek-
ken en altijd langzaam met de hand terugbrengen.
Druk de chokehendel (B/2) in en trek opnieuw aan de
starterkabel. Zodra de motor loopt de gashendel (B/4) iets
bewegen zodat de sperknop (B/5) weer terugspringt.
LET OP: de motor moet na het aanlopen direct terugge-
bracht worden naar het stationaire toerental, daar anders
schade kan ontstaan aan de kettingrem
.
Nu de kettingrem lossen
Zoals beschreven bij koude start, echter zonder uitgetrok-
ken chokehendel (B/2).
Zet de kortsluitschakelaar (B/1) in de positie „O" (STOP)
zetten.
Start de motorkettingzaag.
Houd de lopende zaagketting ongeveer 15 cm boven een
boomstam of de grond (leg er iets onder als bescherming).
2
3
.
.
STOP