Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoudswerkzaamheden; Zaagketting Slijpen - Makita DCS9010 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN

Zaagketting slijpen

LET OP: Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en
zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de bougie-
stekker eraf trekken (zie Bougie vervangen) en
beschermende handschoenen dragen!
A
De zaagketting moet geslepen worden wanneer:
-
zaagselachtige spaanders ontstaan bij het zagen van
vochtig hout.
-
de ketting ook bij grote druk slechts met moeite in het hout
trekt.
-
de snijkant zichtbaar beschadigd is.
-
Het zaagmechaniek in het hout eenzijdig naar links of
rechts verloopt. De oorzaak hiervan is een ongelijkmatige
scherpte van de zaagketting.
Belangrijk: Vaak slijpen, weinig afslijpen!
Voor eenvoudig naslijpen zijn in de meeste gevallen twee
tot drie streken van de vijl voldoende.
Nadat men de ketting meerdere malen zelf nageslepen
heeft moet de zaagketting in de service-werkplaats
nageslepen worden.
25°
C
D
-
De aanscherphoek van 25˚ moet bij alle snijtanden altijd
gelijk zijn. Verschil in de hoeken veroorzaakt een ruwe en
onregelmatige kettingloop, vergroot de slijtage en kan
leiden tot kettingbreuk !
-
De snijhoek van 60˚ wordt verkregen door de indringdiepte
van de rondvijl. Als de voorgeschreven vijl op een juiste
wijze gebruikt wordt ontstaat de correcte snijhoek vanzelf.
16
25°
60°
60°
STOP
=
B
Naslijpkriteria voor kettingtype 099:
-
Alle snijtanden moeten even lang zijn (=). Verschil in
hoogte van de snijtanden veroorzaakt een ongelijkmatige
kettingloop en kan leiden tot kettingbreuk!
-
De beste zaagresultaten worden bereikt met een afstand
van 0,65 (.025") tussen de dieptebegrenzers. De afstand
tussen de dieptebegrenzers en de snijkant bepaalt de
spaandikte.
LET OP:
Een te grote afstand vergroot het gevaar van terugslag!
E
Welke vijl en hoe deze te gebruiken
-
Voor het slijpen moet een speciale vijlhouder zaagketting-
rondvijl worden gebruik. Normale rondvijlen zijn ongeschikt.
Zie de accessoirelijst voor het bestelnummer.
-
De eerste helft van de zaagtand met een ø 5,5 mm zaag-
kettingrondvijl vijlen, daarna met ø 4,8 mm.
-
De vijl mag alleen bij de voorwaartse streek (pijl) vijlen. De
vijl moet bij het terughalen vrij van het materiaal gehouden
worden.
-
De kortste snijtand wordt als eerste geslepen. De lengte
van deze tand is dan de uitgangsmaat voor alle andere
snijtanden van de zaagketting.
-
Nieuw ingezette zaagtanden moeten qua vorm geheel
aangepast worden aan de gebruikte tanden, ook op de
loopvlakken.
-
Vijl haaks houden (10° ten opzichte van zaaggeleider).
=
0,65 mm
(.025")

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave