•
De kast moet zodanig zijn ontworpen dat de omgevingslucht die het
systeem binnenkomt, aan de bedrijfstemperatuur van het systeem voldoet.
Het kastontwerp moet de temperatuurstoename van de binnenkomende
lucht als volgt minimaliseren:
–
De kastventilatie moet voor een luchtstroom zorgen van ten minste 30%
(voor- en achterkant).
–
De kastventilatie moet goed aansluiten op de systeemventilatie waardoor
er een directe luchtstroom in het systeem mogelijk is. Dit is vooral
belangrijk bij de luchtafvoer van het systeem.
–
Er moet ventilatie zijn in het hoogste punt van de kast (zoals de ruimte
tussen het deurtje en de bovenkant van de kast), zodat warme lucht
kan worden afgevoerd.
KENNISGEVING:
luchtstroom. Bij onvoldoende luchtstroom gaan de computerprestaties achteruit en
kan de computer oververhit raken.
•
Als de computer in een hoek op een bureau is geplaatst of onder een
bureau, dient u een ruimte van ten minste 5,1 cm (2-in) vrij te laten aan de
voorkant van de computer en ten minste 5,1 cm (2 in) aan de achterkant
van de computer tot de muur om te zorgen voor voldoende lucht voor de
juiste ventilatie.
Plaats de computer niet in een besloten ruimte zonder
De computer installeren
23