Inhoudsopgave 1 Aan de computer werken..................5 .................... 5 Voordat u aan de computer gaat werken ........................6 Uw computer uitschakelen ....................7 Nadat u aan de computer hebt gewerkt 2 Het verwijderen en installeren van onderdelen..........8 ........................8 Aanbevolen hulpmiddelen ..........................8 De kap verwijderen ..........................
Pagina 4
Verwijderen of wijzigen van een bestaand wachtwoord voor het systeem en/of de ............................42 installatie ..................43 Een systeemwachtwoord uitschakelen 4 Diagnostiek......................44 ................44 Enhanced Pre-Boot System Assessment (ePSA) 5 Problemen oplossen..................45 ...................45 Diagnostiek van de stroom LED-lampjes ..............................46 Piepcode ............................ 46 Foutmeldingen 6 Specificaties......................53 7 Contact opnemen met Dell................60...
Schade die het gevolg is van onderhoud dat niet door Dell is geautoriseerd, wordt niet gedekt door uw garantie. Lees de veiligheidsinstructies die bij het product zijn geleverd en leef deze na.
Om schade aan de computer te voorkomen, moet u de volgende instructies opvolgen voordat u in de computer gaat werken. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt. Schakel uw computer uit (zie Uw computer uitschakelen). WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat.
Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact. Zet de computer aan. Controleer of de computer goed functioneert door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren.
Het verwijderen en installeren van onderdelen Deze paragraaf beschrijft gedetailleerd hoe de onderdelen moeten worden verwijderd uit, of worden geïnstalleerd in uw computer. Aanbevolen hulpmiddelen Bij de procedures in dit document heeft u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig: • Kleine sleufkopschroevendraaier •...
Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft uitgevoerd. De intrusieschakelaar verwijderen Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. Verwijder de kap. Koppel de intrusieschakelaarkabel los van het moederbord. Schuif de intrusieschakelaar richting de onderkant van het chassis en verwijder deze uit het chassis. De intrusieschakelaar installeren Breng de intrusieschakelaar op zijn plaats in de achterkant van de systeemkast en schuif de schakelaar naar boven om vast te zetten.
Druk het blauwe lipje in en trek de vergrendeling naar buiten en verwijder de WLAN-kaart uit de connector op het moederbord. De WLAN-kaart (wireless local area network) plaatsen Steek de WLAN-kaart in de connector op het moederbord en druk de kaart omlaag om deze te bevestigen.
Het montagekader aan de voorkant verwijderen Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. Verwijder de kap. Haal de borgklemmen van het voorpaneel aan de voorzijde los van het chassis, aan de rand van het voorpaneel. Draai het voorpaneel weg van het chassis om de haken aan de rand tegenover het paneel los te koppelen.
Trek de vergrendeling van de PCI x16-kaart weg totdat het bevestigingslipje uit de kaartinkeping komt. Til de kaart uit de connector en verwijder de kaart van het moederbord. De uitbreidingskaart plaatsen Plaats de uitbreidingskaart in de connector op het moederbord en druk hem vast. Druk de retentievergrendeling terug in zijn positie.
• Geheugenmodules moeten worden geïnstalleerd vanaf de eerste houder. OPMERKING: De geheugenhouders in de computer kunnen anders gelabeld zijn, afhankelijk van de hardware-configuratie. Bijvoorbeeld A1, A2, of 1,2,3. • Als geheugenmodules met vier ranks gecombineerd worden met geheugenmodules met één of twee ranks, moeten de modules met vier ranks geplaatst worden in de houder met de witte ontgrendelingshendel.
Druk de ontgrendeling weg van de batterij zodat de batterij uit het compartiment omhoog veert. Verwijder de knoopbatterij vervolgens uit de computer. De knoopcelbatterij installeren Plaats de knoopbatterij in de sleuf op het moederbord en druk erop totdat de vergrendeling terug op zijn plaats springt en de knoopbatterij vastzet.
Buig de beugel van de harde schijf open en verwijder de harde schijf daaruit. De harde schijf installeren Schuif de harde schijf in de harde-schijfbracket. Druk de bevestigingsbrackets naar binnen en schuif vaste-schijfbracket in het compartiment. Sluit de gegevenskabel en de stroomkabel aan op de achterzijde van de vaste schijf. Plaats de kap.
Verschuif de vergrendeling van het optische station en houd deze vast om het optische station te ontgrendelen en trek het optische station uit de computer. Herhaal stap 3 en 4 om het tweede optische station te verwijderen (indien van toepassing). Het optische station plaatsen Duw de optische schijf vanaf de voorkant naar de achterkant van de computer totdat de schijf vastzit door de vergrendeling.
De luidspreker verwijderen Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. Verwijder de kap. Koppel de luidsprekerkabel los van het moederbord. Druk het vergrendellipje van de luidspreker omlaag en schuif de luidspreker omhoog om hem te verwijderen. De luidspreker plaatsen Schuif de luidspreker omlaag in de sleuf om te bevestigen.
Pagina 18
Verwijder de schroeven waarmee de voeding aan de achterzjide van de computer is bevestigd. Druk op het blauwe vergrendellipje naast de voeding en schuif de voeding in de richting van de voorzijde van de computer. Til en verwijder de voeding uit de computer.
De voeding plaatsen Plaats de voeding in het chassis en schuif deze naar de achterzijde van het systeem om te worden vastgemaakt. Draai de schroeven vast om de voedingseenheid aan de achterkant van de computer te bevestigen. Sluit de 4-pins en 8-pins stroomkabels aan op het moederbord. Leid de stroomkabels in de klemmen op het chassis.
De processor plaatsen Plaats de processor in de processorsocket. Zorg dat de processor goed geplaatst is. Doe de processorkap dicht. Druk de ontgrendeling omlaag en vervolgens naar binnen om hem vast te zetten met het retentiehaakje. Plaats: a. warmteafleider b. kapje Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De systeemventilator plaatsen Plaats de systeemventilator in het chassis. Leid de vier lussen door het chassis en schuif naar buiten langs de groef om te bevestigen. Sluit de kabel van de systeemventilator aan op het moederbord. Plaats de kap. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De warmtesensor verwijderen Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht.
Pagina 22
Maak de kabel van de warmtesensor los uit de chassisklem. Druk op de lipjes aan weerszijden om de warmtesensor los te maken. Verwijder vervolgens de warmtesensor van het chassis.
De warmtesensor plaatsen Bevestig de warmtesensor aan het chassis. Leg de warmtesensorkabel in de chassisklemmen. Sluit de warmtesensorkabel aan op het moederbord. Plaats de kap. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De aan-uitknop verwijderen Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht.
Druk de klemmetjes op beide zijden van de aan-uitknop in om de knop los te maken van het chassis en schuif om de aan-uitknop samen met de kabel uit de computer te verwijderen. De aan-uitknop plaatsen Schuif de aan-uitknop door de voorkant van de computer. Bevestig de kabel van de aan-uitknop aan het chassis.
Het I/O-paneel verwijderen Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. Verwijder: a. kapje b. montagekader vooraan Koppel de I/O-paneelkabel en de gegevens- en USB-gegevenskabels los van het moederbord. Haal de I/O-paneelkabel, de gegevenskabel en de USB-gegevenskabel uit het klemmetje op de computer.
Het I/O-paneel plaatsen Plaats het I/O-paneel in de sleuf aan de voorkant van het chassis. Schuif het I/O-paneel naar de rechterkant van de computer om het aan het chassis te bevestigen. Draai de schroef vast om het I/O-paneel aan het chassis te bevestigen. Leid het I/O-paneel, de gegevenskabel en de USB-gegevenskabel door het klemmetje op het chassis.
Kantel het moederbord tot een hoek van 45 graden en til het moederbord vervolgens uit de computer. Het moederbord plaatsen Lijn het moederbord uit met de poortconnectoren op de achterzijde van het chassis en plaats het moederbord in het chassis. Draai de schroeven vast waarmee het moederbord aan het chassis is bevestigd.
Onderdelen van het moederbord Afbeelding 1. Onderdelen van het moederbord PCI Express x16-sleuf (bekabeld als x4) PCI-slot PCIe x1-sleuf knoopbatterij PCI Express x16-sleuf Connector voor inbraakschakelaar 4-pins CPU-stroomconnecter connector voor systeemventilator CPU-socket connector warmteafleider/ventilator DDR DIMM-geheugensleuven (4) connector voor aan-uitknop op voorzijde 8-pins stroomconnector SATA-connectoren Stroomconnector voor HDD en optisch station 16.
Met Opstartvolgorde kunt u het opstartapparaat dat in de systeeminstallatie gespecificeerd staat, omzeilen en rechtstreeks vanaf een specifiek apparaat opstarten (bijvoorbeeld: optische schijf of vaste schijf). Tijdens de Power-on Self Test (POST), wanneer het logo van Dell verschijnt, kunt u: •...
Tabel 1. Navigatietoetsen Toetsen Navigatie Pijl Omhoog Gaat naar het vorige veld. Pijl Omlaag Gaat naar het volgende veld. <Enter> Hiermee kunt u een waarde in het geselecteerde veld invullen (mits van toepassing) of de verwijzing in het veld volgen. Spatiebalk Vergroot of verkleint een vervolgkeuzelijst, Mits van toepassing).
Pagina 31
Optie Beschrijving Advanced Boot Options • Legacy • UEFI Advance Boot Options Enable Legacy Option ROM (Legacy-optie ROM inschakelen) (standaard ingeschakeld) Date/Time Hiermee kunt u de datum en tijd instellen. De wijzigingen aan de systeemdatum- en tijd worden direct van kracht. Tabel 3.
Pagina 32
Optie Beschrijving • SATA-3 Voor Small Form Factor • SATA-0 • SATA-1 • SATA-2 Voor Ultra Small Form Factor • M-SATA • SATA 0 • SATA 1 SMART Reporting Met dit veld wordt bepaald of fouten met de harde schijf voor de geïntegreerde apparaten tijdens het opstarten worden gerapporteerd.
Pagina 33
Tabel 4. Security (Beveiliging) Optie Beschrijving Internal HDD_O Password Met dit veld kunt u het beheerderswachtwoord instellen, wijzigen, of verwijderen (soms het installatiewachtwoord genoemd). Het admin- wachtwoord zorgt voor enkele beveiligingsfuncties. Voor het station hoeft niet standaard een wachtwoord te worden ingesteld.
Pagina 34
Optie Beschrijving Clear (Wissen) TPM PPI Provision Override (TPM PPI inrichting negeren) OPMERKING: Activatie-, deactivatie- en wisopties worden niet beïnvloed als u de standaardwaarden van de setup-programma's laadt. Wijzigingen in deze optie worden onmiddellijk van kracht. Computrace Hiermee kunt u de BIOS-module-interface van de optionele Computrace Service van Absolute Software activeren of uitschakelen.
Pagina 35
OPMERKING: Als u veilig opstarten wilt inschakelen, moet de UEFI- opstartmodus worden ingeschakeld en Enable Legacy Option ROMs (Legacy-optie ROM inschakelen) worden uitgeschakeld of worden uitgezet. Expert key Management Hiermee kunt u de beveiligingssleuteldatabases manipuleren alleen als het systeem in de Aangepaste modus is. De optie Enable Custom Mode (Aangepaste modus inschakelen) is standaard uitgeschakeld.
Pagina 36
Configuratie of partitie van vaste schijf is gewijzigd. • Geheugencapaciteit van meer dan 8 GB geplaatst. • Wachtwoord voor systeem of vaste schijf is ingeschakeld. • Er is een Dell Encryption Accelerator geïnstalleerd. • De instelling Block Sleep is ingeschakeld. Tabel 7. Energiebeheer Optie Beschrijving...
Pagina 37
Optie Beschrijving OPMERKING: Deze functie werkt niet als u uw computer uitschakelt met de schakelaar op een stekkerdoos of een piekbeveiliger of als Auto Power (Automatisch inschakelen) is ingesteld op Disabled (Uitgeschakeld). Deep Sleep Control Hiermee kunt u de besturingen definiëren wanneer Deep Sleep (Diepe slaap) is ingeschakeld.
Pagina 38
Optie Beschrijving • Smart Connection (Slimme verbinding) Tabel 8. POST Behavior Optie Beschrijving Numlock LED Geeft aan of de NumLock-functie kan worden ingeschakeld wanneer het systeem wordt opgestart. Deze optie is standaard ingeschakeld. Keyboard Errors Geeft aan of toetsenbord-gerelateerde fouten worden gemeld wanneer het systeem wordt opgestart.
Pagina 39
Tabel 11. Cloud Desktop Optie Beschrijving Server Lookup Method Hier geeft u aan hoe de ImageServer het adres van de server opzoekt. • Static IP (Vast IP-adres) • DNS (standaard ingeschakeld) OPMERKING: Dit veld is alleen relevant wanneer de optie Integrated NIC (Geïntegreerde netwerkkaart) in de groep System Configuration (Systeemconfiguratie) is ingesteld op Enabled with ImageServer (Ingeschakeld met ImageServer).
Start de computer opnieuw op. Ga naar dell.com/support. Vul de Service Tag of Express Service Code in en klik op Submit (Verzenden). OPMERKING: Als u het serviceplaatje wilt vinden, klik dan op Waar is mijn serviceplaatje? OPMERKING: Als u uw servicetag niet kunt vinden, klik dan op Mijn product detecteren.
Het venster File Download (Bestand downloaden) wordt weergegeven. 11. Klik op Save (Opslaan) om het bestand op uw computer op te slaan. 12. Klik op Run (Uitvoeren) om de bijgewerkte BIOS-instellingen te installeren op uw computer. Volg de aanwijzingen op het scherm. Jumperinstellingen Voor het wijzigen van een jumperinstelling trekt u de stekker uit de pinnen en drukt u de stekker op de aangegeven pinnen op het moederbord.
Druk voor het openen van een system setup na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer meteen op <F2>. Selecteer in het scherm System BIOS (Systeem BIOS), of System Setup (Systeeminstallatie) System Security (Systeembeveiliging) en druk op <Enter>. Het scherm Systeembeveiliging wordt geopend. Controleer in het scherm Systeembeveiliging of de Wachtwoordstatus ontgrendeld is.
Een systeemwachtwoord uitschakelen De functies voor de softwarebeveiliging van het systeem bestaat uit een systeemwachtwoord en een installatiewachtwoord. De wachtwoordjumper schakelt alle wachtwoorden uit die momenteel in gebruik zijn. OPMERKING: U kunt ook de volgende stappen uitvoeren om een vergeten wachtwoord uit te schakelen.
Diagnostiek Start bij problemen met uw computer eerst de ePSA diagnosefuncties voordat u met Dell contact opneemt voor technische assistentie. Het doel van het starten van deze diagnostische functies is het testen van de hardware van uw computer zonder extra apparatuur nodig te hebben of de kans te lopen om gegevens te verliezen.
Problemen oplossen Eventuele problemen met uw computer kunt oplossen met aanduidingen, zoals diagnostische lampjes, piepcodes en foutmeldingen die eventueel tijdens het werken met de computer optreden. Diagnostiek van de stroom LED-lampjes Het LED van de aan-/uitknop aan de voorkant van de systeemkast fungeert tevens als tweekleurig lampje voor diagnostiek en is alleen actie en zichtbaar tijdens het POST-proces.
Alert! Previous De computer is er drie keer na elkaar vanwege dezelfde fout niet in geslaagd de attempts at opstartprocedure uit te voeren. Neem contact op met Dell en meld de booting this controlepuntcode (nnnn) aan de ondersteuningsmedewerker. system have failed at checkpoint [nnnn].
Pagina 47
[nnnn]. Noteer dit controlepunt en neem contact op met de ondersteuningsafd eling van Dell om dit probleem op te lossen). Alert! Security De MFG_MODE jumper is ingesteld en de AMT Management-functies zijn override Jumper is uitgeschakeld totdat de jumper wordt verwijderd.
Pagina 48
Foutbericht Beschrijving Diskette drive0 Mogelijk is er een kabel losgeraakt of komt de computerconfiguratie-informatie seek failure niet overeen met de hardwareconfiguratie. (Zoekfout op diskettestation) Diskette read De diskette kan defect zijn of er kan een kabel loszitten. Als het stationslampje gaat failure (Leesfout branden, moet u een andere diskette proberen.
Pagina 49
Foutbericht Beschrijving DIMM1 (Ongeldige geheugenconfigur atie, gebruik DIMM1) Keyboard failure Er is mogelijk een kabel of connector los, of het toetsenbord of de toetsenbord/ (Toetsenbordfout) muiscontroller kan defect zijn. Memory address Een geheugenmodule is mogelijk defect of is niet goed geplaatst. Plaats de line failure at geheugenmodule opnieuw en vervang deze zo nodig.
Pagina 50
Foutbericht Beschrijving Memory size in De hoeveelheid geheugen die in de configuratiegegevens van de computer is cmos invalid vastgelegd, komt niet overeen met de hoeveelheid geheugen die in de computer is (Geheugengrootte geïnstalleerd. in cmos ongeldig) Memory tests De geheugentest is door een toetsaanslag onderbroken. terminated by keystroke (Geheugentests...
Pagina 51
It is advisable to immediately back up your data and replace your hard drive by calling your support desk or Dell. (WAARSCHUWING : Het Disk Monitoring System van Dell heeft waargenomen dat station [0/1] op de...
Pagina 52
Dell.) Write fault (Fout bij Het besturingssysteem kan niet naar diskette of vaste schijf schrijven. schrijven) Write fault on Het besturingssysteem kan niet naar diskette of vaste schijf schrijven.
Specificaties OPMERKING: Het aanbod kan per regio verschillen. Klik voor meer informatie over de configuratie van uw computer op Start. (Start-pictogram) → Help en Ondersteuning en selecteer vervolgens de optie om informatie over uw computer te bekijken. Tabel 15. Processor Functie Specificatie Type processor...
Pagina 54
Tabel 19. Netwerk Functie Specificatie Geïntegreerd Intel I217LM Ethernet geschikt voor 10/100/1000 Mb/s communicatie Tabel 20. System Information Functie Specificatie Chipset van systeem Intel 8 serie Express chipset DMA-kanalen twee 8237 DMA-controllers met zeven apart programmeerbare kanalen Interrupt-niveaus Geïntegreerde I/O APIC-mogelijkheid met 24 interrupts BIOS-chip (NVRAM) 12 MB Tabel 21.
Pagina 55
Functie Specificatie Mini-Tower Geen Small Form Factor Geen Ultra Small Form Factor maximaal één minikaart Tabel 23. Drives Functie Specificatie Extern toegankelijk (5,25-inch schijvencompartimenten) Mini-Tower twee Small Form Factor één smal compartiment voor optisch station Ultra Small Form Factor één smal compartiment voor optisch station Intern toegankelijk 3,5-inch SATA-...
Pagina 56
Functie Specificatie • Achterpaneel: twee • 15-pins VGA-connector Video • twee 20-pins DisplayPort-connectoren OPMERKING: Verkrijgbare videoconnectoren kunnen verschillen op basis van de geselecteerde grafische kaart. Tabel 25. Interne connectoren Functie Specificatie PCI 2.3 databreedte (maximum) — 32 bits Mini-Tower één 120-pins connector Small Form Factor, Ultra Small Form Factor Geen PCI Express x1 databreedte (maximum) —...
Pagina 57
Functie Specificatie Small Form Factor, Ultra Small Form Factor Geen Systeemventilator één 5-pins connector Voorpaneelbesturing: • één 6–pins connector Mini-Tower • twee 20–pins connectoren • één 6-pins connector Small Form Factor • één 10-pins connector • één 12-pins connector • één 20-pins connector •...
Pagina 58
Functie Specificatie Lampje voor de verbindingsintegriteit op Groen lampje: er is een goede 10 Mbps-verbinding de geïntegreerde netwerkadapter tussen het netwerk en de computer. Groen lampje: er is een goede 100 Mbps-verbinding tussen het netwerk en de computer. Oranje lampje: er is een goede 1000 Mbps-verbinding tussen het netwerk en de computer.
Tabel 29. Omgeving Functie Specificatie Temperatuurbereik: In bedrijf 5 °C tot 35 °C (41 °F tot 95 °F) Opslag -40 °C tot 65 °C (-40 °F tot 149 °F) Relatieve vochtigheid (maximum): In bedrijf 20 procent tot 80 procent (niet-condenserend) Opslag 5 procent tot 95 procent (niet-condenserend) Maximumvibratie:...
Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio. Wanneer u met Dell contact wilt opnemen voor vragen over de verkoop, technische ondersteuning of de klantenservice: Ga naar dell.com/contactdell.