Inhoudsopgave 1 Aan de computer werken......................5 ......................... 5 Voordat u aan de computer gaat werken ............................6 Uw computer uitschakelen ........................7 Nadat u aan de computer hebt gewerkt 2 Het verwijderen en installeren van onderdelen..............8 ............................8 Aanbevolen hulpmiddelen ..............................8 De kap verwijderen ................................
Pagina 4
Verwijderen of wijzigen van een bestaand wachtwoord voor het systeem en/of de installatie ......................52 Een systeemwachtwoord uitschakelen 4 Diagnostiek..........................54 ....................54 Enhanced Pre-Boot System Assessment (ePSA) 5 Problemen oplossen......................... 55 ........................ 55 Diagnostiek van de stroom LED-lampjes .................................56 Piepcode ................................ 56 Foutmeldingen 6 Specificaties..........................62 7 Contact opnemen met Dell ..................... 69...
Schade die het gevolg is van onderhoud dat niet door Dell is geautoriseerd, wordt niet gedekt door uw garantie. Lees de veiligheidsinstructies die bij het product zijn geleverd en leef deze na.
WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat. Verwijder alle stekkers van netwerkkabels uit de computer. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact. Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden.
Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact. Zet de computer aan. Controleer of de computer goed functioneert door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren.
Het verwijderen en installeren van onderdelen Deze paragraaf beschrijft gedetailleerd hoe de onderdelen moeten worden verwijderd uit, of worden geïnstalleerd in uw computer. Aanbevolen hulpmiddelen Bij de procedures in dit document heeft u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig: • Kleine sleufkopschroevendraaier •...
De intrusieschakelaar verwijderen voordat u handelingen uitvoert in de computer . Volg de procedures in Verwijder de kap. Druk voor het vrijgeven de klem naar binnen en trek de intrusiekabel voorzichtig van het moederbord. Schuif de intrusieschakelaar naar buiten en verwijder deze uit de systeemkast.
De intrusieschakelaar installeren Schuif de intrusieschakelaar naar de bovenkant van de systeemkast en zet deze vast. Sluit de intrusiekabel aan op het moederbord. Installeer de kap. nadat u aan de computer heeft gewerkt . Volg de procedures in De draadloze WLAN-kaart verwijderen nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht .
De WLAN-kaart installeren Steek de WLAN-kaart in de aansluiting op het moederbord en druk de kaart omlaag om deze op zijn plaats te bevestigen. Zet de pal vast. Plaats de antennemodule op de aansluiting en draai de schroeven aan waarmee de antennemodule aan de systeemkast vastzit.
Draai het voorpaneel weg van de systeemkast om de haken aan de rand tegenover het paneel los te koppelen. Het montagekader plaatsen Steek de haken langs de onderrand van het voorpaneel in de sleuven van de systeemkast. Draai het montagekader in de richting van de computer om de vier retentieklemmen van het montagekader op hun plaatsen te laten klikken.
Druk de ontgrendelingshendel weg van de uitbreidingskaart en geleid de kaart omhoog en uit de aansluiting. De uitbreidingskaart plaatsen Steek de uitbreidingskaart in de aansluiting op het moederbord om deze te vergrendelen en druk het palletje naar beneden dat de kaart vasthoudt. Installeer de kap.
OPMERKING: De geheugenhouders in de computer kunnen anders gelabeld zijn, afhankelijk van de hardware- configuratie. Bijvoorbeeld A1, A2, of 1,2,3. • Als geheugenmodules met vier ranks gecombineerd worden met geheugenmodules met één of twee ranks, moeten de modules met vier ranks geplaatst worden in de houder met de witte ontgrendelingshendel. •...
De knoopcelbatterij verwijderen voordat u handelingen uitvoert in de computer . Volg de procedures in Verwijder de a. kap b. uitbreidingskaart Druk voorzichtig de ontgrendeling van de knoopcelbatterij weg. De knoopcelbatterij schiet uit de houder. Til de knoopcelbatterij daarna uit de systeemkast. De knoopcelbatterij installeren Plaats de knoopcelbatterij in de sleuf op het moederbord.
Pagina 16
Verwijder de gegevenskabel aan de achterkant van de vaste schijf. Druk de twee blauwe houderlipjes naar binnen en til de houder van de vaste schijf in een hoek uit het compartiment.
Buig de houder van de vaste schijf open en verwijder vervolgens de vaste schijf uit de houder. Herhaal de voorafgaande stappen voor de tweede vaste schijf, indien van toepassing. De vaste schijf installeren Schuif de vaste schijf in de schijfhouder. Druk de twee blauwe houderlipjes naar binnen en schuif de houder van de vaste schijf uit het compartiment in het chassis.
Pagina 18
Verwijder de gegevenskabel en stroomkabel aan de achterkant van het optische station. Trek aan de ontgrendeling van de optische schijf en duw de optische schijf naar de voorkant van de systeemkast.
De optische schijf plaatsen Druk de optische schijf vanaf de voorkant naar de achterkant van de systeemkast. Sluit de gegevenskabel en de stroomkabel aan op de optische schijf. Installeer het montagekader. Installeer de kap. nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft uitgevoerd . Volg de procedures in De luidspreker verwijderen voordat u handelingen uitvoert in de computer .
Druk het luidsprekerbeveiligingslipje omlaag en schuif de luidspreker omhoog om deze te verwijderen. De luidspreker installeren Druk het bevestigingslipje van de luidspreker in en schuif de luidspreker omlaag om deze te bevestigen. Leg de luidsprekerkabel in de klem van de systeemkast. Sluit de luidsprekerkabel aan op het moederbord.
Pagina 21
Druk de plastic klem in en trek de 4–pins stroomkabel los van het moederbord. Haal de stroomkabel uit de klemmen van de systeemkast.
Pagina 22
Druk de 24–pins stroomkabel in en koppel deze los van het moederbord. Draai de 24–pins stroomkabel los van de klem van de systeemkast.
Pagina 23
Haal de stroomkabel uit de klemmen van de systeemkast. Verwijder de schroeven waarmee de voeding aan de achterkant van de systeemkast vastzit. Duw op het blauwe ontgrendelingslipje naast de voedingseenheid en schuif de eenheid naar de voorkant van de computer.
10. Til de voeding uit de systeemkast. De voeding installeren Plaats de voeding in de systeemkast en schuif deze naar de achterzijde van het systeem om te worden vastgemaakt. Draai de schroeven vast waarmee de voeding aan de achterkant van de systeemkast wordt vastgemaakt. Maak de stroomkabels vast in de klemmen van de systeemkast.
De warmteafleider verwijderen Voordat u handelingen uitvoert in de computer . Volg de procedures in Verwijder de kap. Druk op de plastic klem en trek de kabel van de warmteafleider los van het moederbord. Gebruik een Phillips schroevendraaier om de borgschroeven los te draaien waarmee de warmteafleider aan het moederbord vastzit, en til deze uit de systeemkast.
De warmteafleider plaatsen Installeer de warmteafleider in de systeemkast. Gebruik een Philips schroevendraaier om de borgschroeven vast te draaien waarmee de warmteafleider aan het moederbord vastzit. Sluit de kabel van de warmteafleider aan op het moederbord. Installeer de kap. nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft uitgevoerd . Volg de procedures in De processor verwijderen voordat u handelingen uitvoert in de computer .
De processor installeren Plaats de processor in de processorhouder. Zorg dat de processor goed geplaatst is. De goudkleurige driehoek op de processor dient te worden afgestemd op de driehoek op het moederbord. Laat de processorkap voorzichtig op zijn plaats zakken. Druk de ontgrendeling omlaag en vervolgens naar binnen om hem vast te zetten met het retentiehaakje.
Pagina 28
Haal de kabel van de systeemventilator uit de klemmen van de systeemkast. Haal de kabels van de systeemventilator uit de klemmen van de systeemkast.
Pagina 29
Koppel de 24–pins stroomkabel los van het moederbord. Haal de kabel van de systeemventilator uit de klemmen van de systeemkast. Maak de systeemventilator los uit de vier lussen waarmee deze aan de systeemkast vastzit.
De systeemventilator plaatsen Plaats de systeemventilator in de systeemkast. Leid de vier lussen door de systeemkast en schuif naar buiten langs de groef om te bevestigen. Bevestig de aansluitkabels van de systeemventilator in de klemmen van de systeemkast. Sluit de kabel van de systeemventilator aan op het moederbord. Bevestig de stroomkabels in de klemmen van de systeemkast.
Pagina 31
Koppel de warmtesensorkabel los van de systeemkaart. Haal de kabel van de warmtesensor uit de klemmen van de systeemkast. Druk voorzichtig de tabs van beide kanten in om de warmtesensor te ontgrendelen en uit de systeemkast te halen.
De warmtesensor op de voorzijde plaatsen Maak de warmtesensor aan de voorkant van het chassis vast. Leg de warmtesensorkabel in de chassisklemmen. Sluit de warmtesensorkabel aan op de systeemkaart. Installeer de vaste schijf. Installeer het montagekader. Installeer de kap. nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft uitgevoerd . Volg de procedures in De stroomschakelaar verwijderen voordat u handelingen uitvoert in de computer .
Pagina 33
Druk aan beide kanten van de stroomschakelaar op de klemmen om deze van het moederbord los te koppelen en trek de stroomschakelaar uit de systeemkast. Schuif de kabel van de stroomschakelaar naar buiten via de voorkant van de systeemkast.
De stroomschakelaar installeren Schuif de kabel van de stroomschakelaar door de voorkant van de systeemkast. Bevestig de kabel van de stroomschakelaar aan de systeemkast. Sluit de kabel van de stroomschakelaar aan op het moederbord. Installeer het montagekader. Installeer de kap. nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft uitgevoerd .
Pagina 35
Draai de stroomkabel en I/O-kabel los van de klem van de systeemkast en haal ze los. Druk op de metalen klem en trek deze omhoog om de USB 3.0-aansluiting los te koppelen. Verwijder de schroef waarmee het I/O-paneel aan de computer is bevestigd.
Schuif het I/O-paneel naar links van de systeemkast om het te ontgrendelen en samen met de kabel uit de systeemkast te tillen. Het I/O-paneel installeren Plaats de I/O-kaart in de sleuf aan de voorkant van het chassis. Schuif de I/O-kaart naar de rechterzijde van de computer om het aan het chassis te bevestigen. Draai de schroeven vast waarmee de I/O-kaart aan de systeemkast vastzit.
Pagina 37
Verwijder de schroeven waarmee het moederbord aan de systeemkast vastzit. Til en verwijder de systeemkaart uit de systeemkast.
Onderdelen van het moederbord De volgende afbeelding geeft de indeling van het moederbord van de computer weer. PCI Express x16 (bekabeld als x4)-aansluiting PCI-kaartaansluiting PCI Express x1-kaartaansluiting Batterijhouder PCI Express x1-kaartaansluiting Inderingeaansluiting (Indringer) Ventilatoraansluiting (FAN_SYS) Stroomaansluiting (12V_PWRCONN) Processor Ventilatoraansluiting (FAN_CPU) Aansluitingen geheugenmodule (DIMM_1-4) Aansluiting aan-/uitknop (PWR_SW) Aansluiting systeemvermogen (Mini_PWR)
Aansluiting ingebouwde USB (INT_USB) Wachtwoordjumper (PSWD) RTC resetjumper (RTCRST) Het moederbord plaatsen Lijn het moederbord uit met de poortaansluitingen en plaats het moederbord in de systeemkast. Draai de schroeven vast waarmee het moederbord aan de systeemkast vastzit. Sluit alle kabels aan op het moederbord. Installeer de processor.
Met Opstartvolgorde kunt u het opstartapparaat dat in de systeeminstallatie gespecificeerd staat, omzeilen en rechtstreeks vanaf een specifiek apparaat opstarten (bijvoorbeeld: optische schijf of vaste schijf). Tijdens de Power-on Self Test (POST), wanneer het logo van Dell verschijnt, kunt u: •...
Tabel 1. Navigatietoetsen Toetsen Navigatie Pijl Omhoog Gaat naar het vorige veld. Pijl Omlaag Gaat naar het volgende veld. <Enter> Hiermee kunt u een waarde in het geselecteerde veld invullen (mits van toepassing) of de verwijzing in het veld volgen. Spatiebalk Vergroot of verkleint een vervolgkeuzelijst, Mits van toepassing).
Pagina 42
Optie Beschrijving Boot List Option • Legacy • UEFI Date/Time Hiermee kunt u de datum en tijd instellen. De wijzigingen aan de systeemdatum- en tijd worden direct van kracht. Tabel 3. Systeemconfiguratie Optie Beschrijving Integrated NIC Hiermee kunt u de geïntegreerde netwerkkaart in- of uitschakelen. U kunt de geïntegreerde NIC instellen op: •...
Pagina 43
Optie Beschrijving • Enable SMART Reporting (SMART-rapportage inschakelen): deze optie is standaard uitgeschakeld. USB Configuration Met dit veld wordt de geïntegreerde USB-controller geconfigureerd. Als Boot Support (Opstartondersteuning) is ingeschakeld, mag het systeem vanaf elk type USB- apparaat opstarten (HDD, geheugenstick, floppy). Als de USB-poort is ingeschakeld, wordt het apparaat dat op deze poort is aangesloten, ingeschakeld en beschikbaar gemaakt voor het besturingssysteem.
Pagina 44
Optie Beschrijving • Bevestig het nieuwe wachtwoord. Internal HDD-0 Password Hiermee kunt u het wachtwoord op de interne harde schijf (HDD) van de computer instellen, wijzigen of verwijderen. Wijzigingen op dit wachtwoord worden direct van kracht. Voor het station hoeft niet standaard een wachtwoord te worden ingesteld. •...
Pagina 45
Optie Beschrijving • Deactivate (Deactiveren): deze optie is standaard uitgeschakeld. • Disable (Uitschakelen) • Activate (Activeren) CPU XD Support Hiermee kunt u de modus Execute Disable (Uitvoeren uitschakelen) van de processor in- en uitschakelen. • Enable CPU XD Support (CPU XD-ondersteuning inschakelen): deze optie is standaard ingeschakeld.
Pagina 46
Optie Beschrijving • Append from File (Toevoegen vanuit een bestand)- Voegt een sleutel toe aan een huidige database uit een door de gebruiker geselecteerd bestand. • Delete (Verwijderen)- Verwijdert de geselecteerde sleutel. • Reset All Keys (Alle sleutels resetten)- Reset naar de standaardinstelling. •...
Pagina 47
Optie Beschrijving • Every Day (Elke dag): de computer zal elke dag worden ingeschakeld op het tijdstip dat u hierboven opgaf. • Weekdays (Weekdagen): de computer zal van maandag tot en met vrijdag worden ingeschakeld op het tijdstip dat u hierboven opgaf. •...
Pagina 48
Tabel 8. POST Behavior Optie Beschrijving Numlock LED Geeft aan of de NumLock-functie kan worden ingeschakeld wanneer het systeem wordt opgestart. Deze optie is standaard ingeschakeld. Keyboard Errors Geeft aan of toetsenbord-gerelateerde fouten worden gemeld wanneer het systeem wordt opgestart. Deze optie is standaard ingeschakeld. POST Hotkeys (POST- Geeft aan of er een melding verschijnt op het aanmeldscherm, waarin de toetsaanslag sneltoetsen)
Pagina 49
Optie Beschrijving Integrated NIC OPMERKING: Dit veld is alleen relevant wanneer de optie System Configuration (Geïntegreerde netwerkkaart) in de groep Enabled with ImageServer (Ingeschakeld (Systeemconfiguratie) is ingesteld op met ImageServer). ImageServer IP Hiermee geeft u het primaire vaste IP-adres op van de ImageServer waarmee de clientsoftware communiceert.
Start de computer opnieuw op. Ga naar dell.com/support. Vul de Service Tag of Express Service Code in en klik op Submit (Verzenden). OPMERKING: Als u de servicetag wilt vinden, klik dan op Waar is mijn servicetag? OPMERKING: Als u uw servicetag niet kunt vinden, klik dan op Mijn product detecteren.
Tabel 13. Jumperinstellingen Jumper Instelling Beschrijving PSWD Standaard Wachtwoordfuncties zijn ingeschakeld RTCRST pin 1 en 2 Realtime klok reset. Kan worden gebruikt voor het oplossen van problemen. Systeem- en installatiewachtwoord U kunt ter beveiliging van uw computer een wachtwoord voor het systeem en de installatie aanmaken. Type wachtwoord Beschrijving System Password...
Selecteer Installatiewachtwoord, vul het systeemwachtwoord in en druk op <Enter> of <Tab>. Er verschijnt een melding om het installatiewachtwoord nogmaals in te vullen. Vul hetzelfde wachtwoord als daarvoor in en klik op OK. Druk op <Esc> waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan. Druk op <Y>...
Pagina 53
Zet de computer uit en trek de stroomstekker uit het stopcontact. Verwijder de kap. Vervang de PSWD-jumper op het moederbord. 10. Installeer de kap. nadat u werkzaamheden aan uw computer heeft uitgevoerd . 11. Volg de procedures in 12. Start de computer op. 13.
Diagnostiek Start bij problemen met uw computer eerst de ePSA diagnosefuncties voordat u met Dell contact opneemt voor technische assistentie. Het doel van het starten van deze diagnostische functies is het testen van de hardware van uw computer zonder extra apparatuur nodig te hebben of de kans te lopen om gegevens te verliezen. Als u het probleem niet zelf kunt oplossen, kunnen de medewerkers u op basis van de diagnosefuncties verder helpen om het probleem op te lossen.
Problemen oplossen Eventuele problemen met uw computer kunt oplossen met aanduidingen, zoals diagnostische lampjes, piepcodes en foutmeldingen die eventueel tijdens het werken met de computer optreden. Diagnostiek van de stroom LED-lampjes Het LED van de aan-/uitknop aan de voorkant van de systeemkast fungeert tevens als tweekleurig lampje voor diagnostiek en is alleen actie en zichtbaar tijdens het POST-proces.
Alert! Previous De computer is er drie keer na elkaar vanwege dezelfde fout niet in geslaagd de attempts at booting opstartprocedure uit te voeren. Neem contact op met Dell en meld de controlepuntcode (nnnn) this system have aan de ondersteuningsmedewerker.
Pagina 57
Foutbericht Beschrijving Alert! Security De MFG_MODE jumper is ingesteld en de AMT Management-functies zijn uitgeschakeld totdat override Jumper is de jumper wordt verwijderd. installed. (Alarm! De veiligheidsopheffingsj umper is geïnstalleerd). Attachment failed to De diskette of vaste schijfcontroller kan geen gegevens naar het bijbehorende station sturen. respond (Bijlage heeft niet gereageerd)
Pagina 58
Foutbericht Beschrijving General failure Het besturingssysteem kan de opdracht niet uitvoeren. Dit bericht wordt gewoonlijk gevolgd (Algemene fout) door specifieke informatie, zoals Printer out of paper (Papier is op). Neem de juiste maatregelen om het probleem op te lossen. Hard-disk drive De vaste schijf kon niet worden geïnitialiseerd.
Pagina 59
Foutbericht Beschrijving (Geheugendatalijnfou t in adres, gelezen waarde verwacht waarde) Memory double word Een geheugenmodule is mogelijk defect of is niet goed geplaatst. Plaats de geheugenmodule logic failure at opnieuw en vervang deze zo nodig. address, read value expecting value (Dubbelwoordlogicaf out geheugen in adres, gelezen...
Pagina 60
Mogelijk werkt de toetsenbordcontroller niet goed of zit er een geheugenmodule los. interrupt in veilige modus WARNING: Dell's Tijdens het initiële opstarten, detecteert het station mogelijke fouten. Wanneer uw computer is Disk Monitoring opgestart, moet u onmiddellijk een back-up van uw gegevens maken en uw vaste schijf...
Pagina 61
Dell. (WAARSCHUWING: Het Disk Monitoring System van Dell heeft waargenomen dat station [0/1] op de [primaire/secundaire] EIDE-controller buiten de normale specificaties werkt. Het is raadzaam...
• Intel Core i7 serie • Intel Pentium Dual Core-serie • Intel Celeron serie OPMERKING: Intel Celeron serie is alleen verkrijgbaar voor de Dell OptiPlex 7010. Cachetotaal Maximaal 8 MB cache, afhankelijk van processortype Tabel 16. Geheugen Functie Specificatie Type...
Pagina 63
Tabel 17. Video Functie Specificatie Geïntegreerd • Intel HD Graphics (Celero/Pentium CPU-GPU) • Intel HD Graphics 2000 (iCore DC/QC Intel 7 Series Express chipset CPU-GPU combo) • Intel HD Graphics 2500/4000 (i3/i5/i7 DC/QC Intel 7 Series Express chipset CPU-GPU Combo) PCI Express x16 grafische adapter Tabel 18.
Pagina 64
Functie Specificatie Desktop maximaal één kaart met laag profiel Kleine vormfactor Geen Zeer kleine vormfactor Geen PCI Express x1: Minitoren maximaal drie kaarten van volledige hoogte Desktop maximaal drie kaarten met laag profiel Kleine vormfactor maximaal twee kaarten met laag profiel Zeer kleine vormfactor Geen PCI Express x16:...
Pagina 65
Functie Specificatie Zeer kleine vormfactor Geen één Tabel 24. Externe connectoren Functie Specificatie Audio: Voorpaneel één microfoonaansluiting en één hoofdtelefoonaansluiting Achterpaneel één line-out-aansluiting en een line-in-aansluiting (microfoon) Netwerkadapter één RJ45-connector Serieel een 9-pins connector 16550 C-compatibel Parallel één 25-pins aansluiting (optioneel voor minitoren, desktop en kleine vormfactor) USB 2.0: Minitoren, desktop, kleine vormfactor...
Pagina 66
Functie Specificatie PCI Express x16 databreedte (maximum) — 16 PCI Express-banen Minitoren, desktop, kleine vormfactor één 164-pins aansluiting Zeer kleine vormfactor Geen Mini PCI Express databreedte (maximum) — één PCI Express-baan en één USB-interface Minitoren, desktop, kleine vormfactor Geen Zeer kleine vormfactor één 52-pins connector Seriële ATA: Minitoren...
Pagina 67
Functie Specificatie Zeer kleine vormfactor één 8-pins, één 6-pins en één 4-pins connector Tabel 26. Schakelaars en lampjes Functie Specificatie Voorzijde van de computer: Lampje aan-uitknop Wit lampje: continu brandend wit lampje geeft aan dat de computer aan staat; een knipperend wit lampje geeft aan dat de computer in de slaapstand staat.
Pagina 68
OPMERKING: Hitteverspreiding wordt berekend aan de hand van de wattagewaarde voor de voeding. Voeding Wattage Maximale hitteverspreiding Spanning Zeer kleine vormfactor 200 W 758 BTU/uur 100 V wisselstroom tot 240 V wisselstroom, 50 Hz tot 60 Hz, 2,9 Knoopbatterij CR2032-lithiumknoopbatterij van 3 V Tabel 28.
Contact opnemen met Dell U neemt als volgt contact op met Dell voor zaken op het gebied van verkoop, ondersteuning of klantenservice: Ga naar support.dell.com. Zoek naar uw land of regio in het vervolgkeuzemenu Choose a Country/Region (Kies een land/regio) onderaan de pagina.