Veltechniek van boomtoppen
WAARSCHUWING! Voor het vellen van een
!
boom is veel techniek vereist. Een
onervaren motorkettingzaaggebruiker mag
geen bomen vellen met de motorzaag. Voer
nooit taken uit waarvoor u niet voldoende
gekwalificeerd bent!
Veiligheidsafstand
Bij onderhoudswerk aan bomen boven de grond moet het
werkgebied altijd beveiligd worden met bordjes, linten of iets
dergelijks. De veiligheidsafstand tussen de top van de boom
die geveld zal worden en de dichtstbijzijnde werkplek moet
ten minste 2 1/2 boomlengtes bedragen. Zorg ervoor dat
niemand zich voor en tijdens het vellen in deze risicozone
bevindt.
Velrichting
Bij het vellen van bomen is het de bedoeling dat de boom zo
geveld wordt dat het snoeien en het doorzagen van de
gevelde boom in zulk "eenvoudig" terrein als mogelijk kan
gebeuren. U moet er veilig kunnen gaan en staan. In de
eerste plaats moet voorkomen worden dat de vallende
boomtop in een andere boom vastraakt. Het is erg gevaarlijk
om een "vastgeraakte boomtop" op de grond te krijgen (zie
punt 4 van dit hoofdstuk).
Nadat u bepaald heeft in welke richting u wilt dat de boomtop
zal vallen, moet u ook beoordelen wat de natuurlijke
valrichting van de boomtop is.
Die wordt bepaald door de volgende factoren:
•
Helling
•
Hoe gebogen de boom is
•
Windrichting
•
Takkenconcentratie
•
Eventueel gewicht van de sneeuw op de boom
24 –
Dutch
ARBEIDSTECHNIEK
Na deze beoordeling kan men gedwongen zijn om de boom
in zijn natuurlijke richting te laten vallen omdat blijkt dat het
onmogelijk of te gevaarlijk is om te proberen de boom in de
gewenste richting te laten vallen.
Een andere belangrijke factor, die geen invloed heeft op de
valrichting, maar wel belangrijk is voor uw persoonlijke
veiligheid, is dat u moet controleren of de boom geen
beschadigde of "dode" takken heeft die af kunnen breken en
u kunnen verwonden.
Vellen
Het vellen gebeurt met drie zaagsneden. Eerst maakt men
een inkeping die bestaat uit een bovenste inkeping en een
onderste inkeping, en daarna wordt het vellen beëindigd met
een zaagsnede. Door de inkepingen en de motorzaagsnede
op de juiste plaats aan te brengen, kan men de valrichting erg
nauwkeurig sturen.
Inkeping
Bij het aanbrengen van de inkeping begint men met de
bovenste inkeping. Sta aan de rechterkant van de boom en
zaag met trekkende ketting.
Breng daarna de onderste inkeping aan zodat die eindigt
waar de bovenste inkeping eindigt.
De inkepingsdiepte moet 1/4 van de stamdiameter bedragen
en de hoek tussen de bovenste en de onderste inkeping ten
minste 45°.
De beide inkepingen ontmoeten elkaar op de inkepinglijn. De
inkepinglijn moet volkomen horizontaal liggen en tegelijkertijd
een rechte hoek (90°) vormen met de gekozen valrichting.
WAARSCHUWING! Op kritieke velmomenten
!
moeten de gehoorbeschermers direct na het
voltooien van de motorzaagwerkzaamheden
opgeklapt worden, zodat u geluiden en
waarschuwingssignalen kunt opmerken.