Tanken
WAARSCHUWING! Om het risico op brand te
!
verminderen, moet u de volgende
voorzorgsmaatregelen nemen:
Rook niet en plaats ook geen warm
voorwerp in de buurt van de brandstof.
Stop de motor en laat hem voor het tanken
enkele minuten afkoelen.
Open de dop van de tank voorzichtig
wanneer u wilt tanken zodat eventuele
overdruk langzaam verdwijnt.
Draai de dop van de tank goed vast na het
tanken.
Verwijder de machine steeds van de
tankplaats, voor u de motorzaag start.
Maak de dop van de tank en de directe omgeving goed
schoon. Maak de brandstof- en kettingolietanks regelmatig
schoon. Het brandstoffilter moet minstens één keer per jaar
vervangen worden. Verontreinigingen in de tank kunnen
defecten veroorzaken. Zorg ervoor dat de brandstof goed
gemengd is door de jerrycan voorzichtig te schudden voor u
de tank vult. De volumes van de kettingolie- en
brandstoftanks zijn goed op elkaar afgestemd. Vul daarom de
kettingolie- en de brandstoftank altijd op hetzelfde tijdstip.
WAARSCHUWING! Brandstof en
!
brandstofdampen zijn uiterst
brandgevaarlijk. Wees voorzichtig bij het
hanteren van brandstof en kettingolie.
Vergeet het brand-, explosie- en
inademingsgevaar niet.
Brandstofveiligheid
•
Tank nooit wanneer de motor van de machine loopt.
•
Zorg voor een goede ventilatie tijdens het tanken en het
mengen van brandstof (benzine en 2-takt olie).
BRANDSTOFHANTERING
•
Verplaats de machine ten minste 3 m van de tankplaats
voor u de motor start.
•
Start de machine nooit:
1 Als u brandstof of kettingolie op de machine heeft
gemorst. Neem alle gemorste brandstof af en laat de
benzineresten verdampen.
2 Als u brandstof op uzelf of op uw kleding gemorst heeft,
trek schone kleding aan. Was de lichaamsdelen die in
contact zijn geweest met brandstof. Gebruik water en
zeep.
3 Als de machine brandstof lekt. Controleer de tankdop en
de brandstofleidingen regelmatig op lekkage.
WAARSCHUWING! Gebruik nooit een
!
machine met zichtbare beschadigingen aan
bougiebescherming en ontstekingskabel. Er
bestaat een risico van vonkvorming, wat
brand kan veroorzaken.
Transport en opbergen
•
Berg de motorkettingzaag en de brandstof zo dat
eventuele lekkage en dampen niet in contact kunnen
komen met vonken of vlammen. Bijvoorbeeld elektrische
machines, elektrische motoren, stopcontacten/
schakelaars, verwarmingsketels e.d.
•
De brandstof moet in daarvoor bedoelde en
goedgekeurde tanks worden bewaard.
•
Bij opslag van langere duur en transport van de
motorkettingzaag moeten de brandstof- en
zaagkettingolietanks worden geleegd. Vraag bij uw
tankstation of de gemeente waar u de afgetapte brandstof
en kettingolie kwijt kan.
•
Zorg ervoor dat de machine goed is schoongemaakt en
dat een volledige servicebeurt is gegeven voor een lange
periode van stalling.
•
De transportbescherming van de snij-uitrusting moet
tijdens transport of opslag van de machine altijd
aangebracht zijn, om abusievelijk contact met de scherpe
ketting te vermijden. Ook een ketting die niet beweegt,
kan ernstig letsel toebrengen aan de gebruiker of andere
personen, die de ketting aanraken.
Opslag voor lange tijd
Leeg de brandstof- en olietanks op een goed geventileerde
plaats. Bewaar de brandstof in goedgekeurde jerrycans op
een veilige plaats. Monteer de zaagbladbescherming. Maak
de machine schoon. Zie instructies in het hoofdstuk
Onderhoudsschema.
– 17
Dutch