nl Uw apparaat leren kennen
Symbool
Verwarmingsmetho-
de en temperatuurbe-
reik
3D hetelucht
30 - 275 °C
Boven- en onder-
warmte
30 - 275 °C
Hetelucht Eco
125 - 275 °C
Intensieve hitte
30 - 275 °C
Circulatiegrillen
30 - 275 °C
Grill, groot
Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Grill, klein
Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Pizzastand
30 - 275 °C
Langzaam garen
70 - 120 °C
Onderwarmte
30 - 250 °C
Warm houden
60 - 100 °C
Vorm voorverwarmen
30 - 70 °C
coolStart- functie
30 - 275 °C
Ovenlamp
4.4 Temperatuur en instelstanden
Bij de verwarmingsmethoden en functies zijn er ver-
schillende instellingen.
De instellingen verschijnen op het display.
Opmerkingen
¡ Tot 100°C kan de temperatuur in stappen van 1
graad worden ingesteld, daarboven in stappen van
5 graden.
8
Gebruik en werkwijze
Op één of meer niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Traditioneel bakken of braden op één niveau. De verwarmingsmethode is bijzon-
der geschikt voor gebak met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen van het energiever-
bruik in de conventionele modus.
Gekozen gerechten zonder voorverwarmen op een niveau voorzichtig garen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de binnenruimte. Het product wordt in fases bereid met
behulp van restwarmte.
Houd de deur van het apparaat tijdens het garen gesloten.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in
de circulatieluchtmodus en de energieklasse gebruikt.
Gerechten met een knapperige bodem bereiden.
De hitte komt van boven en bijzonder sterk van onderen.
Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator
wervelt de hete lucht rond het gerecht.
Platte grillstukken, zoals steaks, worstjes of toast grillen. Gerechten gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Kleine hoeveelheden grillen, zoals steak, worstjes of toast. Kleine hoeveelheden
gratineren.
Het middelste oppervlak onder de grill wordt heet.
Pizza's of gerechten klaarmaken die warmte van onderen nodig hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de
achterwand zijn ingeschakeld.
Kort aangebraden, mals vlees in open vormen voorzichtig en langzaam garen.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven en van onde-
ren.
Gerechten nabakken of au bain-marie koken.
De warmte komt van onderen.
Gegaarde gerechten warmhouden.
Servies voorverwarmen.
Diepvriesproducten snel bereiden, zonder voor te verwarmen.
Richt u bij de temperatuur en de bereidingstijd naar de gegevens van de fabri-
kant op de verpakking. De maximaal vermelde temperatuur instellen, de berei-
dingstijd zoals aangegeven of korter instellen. De gerechten op hoogte 3 in-
schuiven.
Verlichting in de binnenruimte inschakelen.
¡ Bij de instelling grillstand 3 verlaagt het apparaat na
ca. 20 minuten op grillstand 1.
Opwarmindicatie
Het apparaat geeft aan wanneer het opwarmt.
De lijn in het display wordt, hoe meer de binnenruimte
opgewarmd raakt, van links naar rechts gevuld.
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het inschuiven van het gerecht bereikt zodra de lijn ge-
heel gevuld is.