e
erste gebruIk
3. Bevestig de band aan
de andere zijde van de
hartslagmonitor, rond uw
borstkast.
Opmerking: Als u problemen
ondervindt met foutieve
hartslagweergave (vooral fietsers),
breng dan de zender aan op uw rug
of gebruik elektrode-gel.
4. Zet de Forerunner aan en
breng het toestel binnen
het bereik (3 meter) van de
hartslagmonitor
Het hartslagsymbool op
de Timerpagina wijzigt van
knipperend naar constant als
de Forerunner data begint te
ontvangen.
Zorg dat u niet in de buurt bent
van andere hartslagmonitors
terwijl de Forerunner
zich voor de eerste keer
probeert te "koppelen" met
uw hartslagmonitor. Als de
Forerunner gekoppeld is met
uw hartslagmonitor, kunt u
zonder problemen in de buurt
van andere hartslagmonitors
komen. Voor meer informatie
over het koppelen, storingen en
troubleshooting, zie blz. 55-56.
®
Forerunner
205/305 Handleiding