Drogen
Met 4D-hetelucht kunt u uitstekend drogen. Bij deze
soort conservering worden aromastoffen door het
onttrekken van water geconcentreerd.
Gebruik uitsluitend fruit, groente en kruiden zonder
gebreken en was deze grondig. Bedek de braadslede
en het rooster met bak- of perkamentpapier. Laat de
vruchten goed afdruipen en maak ze droog.
Snij ze eventueel in even grote stukken of dunnen
plakjes. Leg ongeschild fruit op de schaal met de
snijvlakken naar boven. Let erop dat zowel fruit als
paddenstoelen niet op elkaar liggen.
Rasp de groente en blancheer het vervolgens. Laat de
geblancheerde groente afdruipen en verdeel het
gelijkmatig over het rooster.
Droog kruiden met de steel. Leg de kruiden gelijkmatig
in kleine hoopjes op het rooster.
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het drogen:
1 rooster: hoogte 2
■
2 roosters: hoogte 3+1
■
Fruit, groente en kruiden
Pitvruchten (appelringen, 3 mm dik, per roos-
ter 200 g)
Steenvruchten (pruimen)
Wortelgewassen (wortelen), geraspt, geblan-
cheerd
Paddestoelen in plakjes
Kruiden, schoongemaakt
Inmaken
In uw apparaat kunt u fruit en groente inmaken.
:
Waarschuwing – Risico van letsel!
Wanneer de levensmiddelen niet goed zijn ingekookt,
kunnen de inmaakpotten barsten. Volg de aanwijzingen
voor het inkoken.
Potten
Gebruik uitsluitend schone en onbeschadigde
weckflessen. Gebruik uitsluitend hittebestendige,
schone en onbeschadigde rubber afdichtringen.
Klemmen en veren van tevoren controleren.
Gebruik bij een inmaakproces alleen weckflessen van
gelijke grootte en met dezelfde levensmiddelen. In de
binnenruimte kunt u de inhoud van maximaal zes
weckflessen met
, 1 of 1
^
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels
zouden kunnen springen.
De weckflessen mogen tijdens het inkoken in de
binnenruimte niet met elkaar in contact komen.
Fruit en groente voorbereiden
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken.
Was het grondig.
Toebehoren
Rooster
Rooster
Rooster
Rooster
1-2 Roosters
liter tegelijkertijd inmaken.
^
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Fruit en groente met veel vocht enkele malen keren. Het
gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van
het papier.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u de instellingen voor het drogen van
verschillende levensmiddelen. Temperatuur en tijdsduur
zijn afhankelijk van de soort, vochtigheid, rijpheid en
dikte van de te drogen levensmiddelen. Hoe langer u
de te drogen levensmiddelen laat drogen, des te beter
zijn ze geconserveerd. Hoe dunner men snijdt, des te
sneller is het einde van de droogtijd bereikt en des te
aromatischer blijft het gedroogde levensmiddel.
Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Indien u nog meer levensmiddelen wilt drogen, dan
oriënteert u zich aan soortgelijke levensmiddelen in de
tabel.
Gebruikte verwarmingsmethode:
4D-hetelucht
:
■
Inschuif-
hoogte
2
2
2
2
-
Fruit resp. groente afhankelijk van de soort, schillen,
pitten verwijderen en kleinmaken en in weckflessen tot
ca. 2 cm onder de rand vullen.
Fruit
De vruchten in de weckflessen met hete, afgeschuimde
suikeroplossing vullen (ca. 400 ml voor 1-literfles). Op
één liter water:
ca. 250 g suiker bij zoet fruit
■
ca. 500 g suiker bij zuur fruit
■
Groente
De groente in de weckflessen vullen met heet,
afgekookt water.
De glazen randen schoonmaken. Leg op elke pot een
natte rubberen ring en een deksel. Sluit de potten af
met klemmen. Plaats de glazen potten zó in de
braadslede dat ze elkaar niet raken. 500 ml heet water
(ca. 80 °C) in de braadslede gieten. Instellen zoals
aangegeven in de tabel.
Inmaken beëindigen
Fruit
Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen belletjes
op. Apparaat uitschakelen, zodra alle weckflessen
belletjes vormen. Haal de weckflessen na de
aangegeven nawarmtijd uit de binnenruimte.
Verwar-
Tempera-
Tijdsduur
mingsme-
tuur in °C
in uren
thode
80
4-7
:
80
8-10
:
80
4-7
:
60
6-8
:
60
2-6
:
nl
43