6 2
1
g015594
Figuur 82
1. Bout
2. Afstandsstuk
3. Borgmoer
4. Veer
2. Plaats een afstandsstuk en de veer op de grasgeleider.
Plaats een J-vormig uiteinde van de veer achter de
rand van het maaidek.
Opmerking: Zorg ervoor dat één J-vormige
einde van de veer is gemonteerd achter de rand van
het maaidek voordat u de bout plaatst zoals wordt
aangegeven in Figuur 82.
3. Monteer de bout en de moer. Plaats één J-vormig
haakeind van de veer om de grasgeleider (Figuur 82).
Belangrijk: De grasgeleider moet kunnen
draaien. Klap de geleider helemaal omhoog en
controleer of deze volledig omlaag draait.
4
7
3
5
5. Gemonteerde veer
6. Grasgeleider
7. J-vormig haakuiteinde van
veer
Reiniging
Onderkant van het maaidek
reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Breng het maaidek omhoog in de transportstand.
Afvalverwijdering
Motorolie, hydraulische vloeistof en motorkoelvloeistof
verontreinigen het milieu. Verwijder deze stoffen
volgens de plaatselijke voorschriften.
58