1. Voetpedaal
2. Maaihoogtepen
6. Plaats de maaihoogtepen in de maaihoogtestand van
7,6 cm.
7. Ontgrendel de transportvergrendeling en laat het
dek zakken tot de gewenste maaihoogte.
8. Breng het uitwerpkanaal omhoog.
9. Meet aan beide zijden van het maaidek vanaf het
horizontale oppervlak tot de voorste punt van het
maaimes (punt A). De afstand moet 7,6 cm bedragen
(Figuur 85).
1. Afstand van 7,6 cm bij A is
juist
2. 8,3 cm bij B is juist
10. U kunt de stelmoer op de hefinrichting van het
voorste maaidek draaien om deze nog nauwkeuriger
in te stellen (Figuur 86).
Figuur 84
3. Transportvergrendeling
Figuur 85
3. Meet hier vanaf de punt
van het mes tot aan het
harde oppervlak
4. Meet bij punt A en B aan
beide zijden
Om te verhogen draait u de schroef rechtsom en om
te verlagen draait u de schroef linksom.
2
1
G012430
1. Stelmoer
2. Contramoer
11. Als de afstellingen van de koppelingen van het
voorste maaidek niet voldoende is om de maaihoogte
goed in te stellen, kunt u de enkelpuntsafstelling
gebruiken om de afstelling nauwkeurig uit te voeren.
12. Om het enkelpuntssysteem af te stellen, moet
u de twee bouten onderaan de maaihoogteplaat
losdraaien. Zie Figuur 87.
59
3 4
2
1
Figuur 86
3. Afstelling achterste
maaidek
4. Afstelling voorste maaidek