5. Giet langzaam ongeveer 80% van de gespecificeerde
olie in de vulbuis en voeg langzaam de rest van de olie
toe tot het peil de markering Vol bereikt (Figuur 51).
1
3
5
6. Start de motor en rijd naar een vlak gebied.
Controleer het oliepeil opnieuw.
Motoroliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
Opmerking: Vervang het oliefilter van de motor
vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of
zanderige omstandigheden.
1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen.
2. Vervang het motoroliefilter (Figuur 52).
2
4
6
G008796
Figuur 51
1
3
5
Opmerking: Controleer of de pakking van het
oliefilter contact maakt met de motor en draai nog
3/4 slag extra vast.
3. Vul het carter met het juiste type verse olie; zie
Motorolie verversen.
Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u
de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor
het (de)monteren van de bougie(s) en een voelermaat
voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand.
Monteer indien nodig nieuwe bougies.
Type bougie: NGK
Elektrodenafstand: 0,75 mm
40
2
4
6
3/4
Figuur 52
®
BPR4ES of gelijkwaardig
G008804
G008748