Regeling van koelcapaciteit
De capaciteit van de compressor wordt geregeld door het toerental met de VFD te veranderen binnen een bereik van
1200 - 4500 tpm; de capaciteit van de compressor varieert op deze manier tussen 27% en 100% van de nominale
capaciteit.
Indien nodig en indien mogelijk onder de bedrijfsomstandigheden van de compressor, kan de rotatiesnelheid van de
compressor worden verhoogd tot 5400 tpm, tot 120% van de nominale capaciteit ("overboost").
De maximale waarde voor overboost hangt af van het maximale vermogen van de VFD en de betrouwbare
bedrijfsomstandigheden van de compressor; dit hangt m.a.w. af van de omgevingstemperatuur en de temperatuur van
het gekoeld water.
De ontlastschuiven, die typisch zijn voor schroefcompressoren, worden alleen gebruikt bij het starten en stoppen van de
compressor, omdat zij een minimum aan koppelweerstand opleveren en dus een minimale herstartstroom vergen.
45/64
D - KIMAC00311-09NL -