1. en 2. Aanzuiging
De spiraalgroeven 'a', 'b' en 'c' van de
hoofdrotor komen aan één kant in contact met
de aanzuigholte die afgesloten wordt door de
tand van de bovenste satelliet. Naarmate de
hoofdrotor draait, neemt de effectieve lengte
van de spiraalgroef toe, zodat het volume dat
in contact staat met de aanzuigkamer ook
overeenkomstig toeneemt. U kunt dit proces
duidelijk zien in afbeelding 1. Naarmate groef
'a' in de plaats van groef 'b' en 'c' komt, neemt
het volume toe zodat het aanzuiggas in de
groef stroomt.
De hoofdrotor blijft doordraaien en de groef
die open was voor de aanzuiging wordt gevuld
door de satelliettand. Dit gebeurt voor elke
groef die geleidelijk door de hoofdrotor wordt
afgesloten.
Wanneer het gas in de groef en de
afzonderlijke aanzuigkamer is opgesloten, is
het aanzuigingsproces volledig.
3. Compressie
Naarmate de hoofdrotor draait, neemt het
volume gas dat in de spiraalgroef van de
schroef zit met de lengte af, en begint de
compressiefase.
4. Pers
Wanneer de satelliettand het einde van de
spiraalgroef bereikt, bereikt de afgesloten
damp de maximumdruk bij de driehoekige
opening van de persopening. De
compressiefase eindigt onmiddellijk en het gas
wordt naar het persverdeelstuk gestuurd. De
satelliettand blijft de damp verder duwen tot
het volume in de spiraalgroef de
minimumwaarde bereikt, en het
compressieproces wordt voor elke spiraalgroef
van de schroef bij elke rotatie herhaald.
D - KIMAC00311-09NL -
Afb. 21 - Compressieproces
44/64
c
b
a
c
b
a
c
b
a
c
b
a
Persen van
gas
b
a
b
a
Olie-afscheider niet weergegeven
1.
2.
3.
4.