van de afstandsmoeren en draai deze op de as met
de afgeplatte kanten aan de buitenzijde. Draai de
afstandmoer niet volledig tot het einde van de as.
Laat een afstand van ongeveer 3 mm vrij tussen het
buitenste oppervlak van de afstandsmoer en het
einde van de as binnen de moer.
9. Plaats de as met de moer in het wiel aan de zijde
van het wiel met de nieuwe afdichting en het nieuwe
lager.
10. Laat het open uiteinde van het wiel omhoog wijzen
en vul het gebied rond de as aan de binnenzijde van
het wiel met smeervet voor algemene doeleinden.
11. Plaats het tweede lager en een nieuwe afdichting in
het wiel.
12. Breng een afdichtkit aan op de tweede afstandsmoer
en draai deze op de as met de afgeplatte kanten aan
de buitenzijde.
13. Draai de moer aan met een torsie van 8-9 Nm, draai
de moer los en draai deze opnieuw vast met een
torsie van 2-3 Nm. Controleer of de as niet verder
uitsteekt dan de beide moeren.
14. Plaats de afdichtinghouders over de wielnaaf en
plaats het wiel in de zwenkwielvork. Plaats de bout
van het zwenkwiel terug en draai de moer volledig
vast.
Belangrijk: Controleer de afstelling van het lager
regelmatig om schade aan de afdichting en het
lager te voorkomen. Draai het zwenkwiel rond.
Het wiel mag niet vrij ronddraaien (meer dan 1
of 2 omwentelingen) of zijspeling hebben. Als
het wiel vrij ronddraait, pas dan de torsie van de
afstandsmoer aan totdat het wiel een klein beetje
aanloopt. Breng opnieuw afdichtingskit aan.
Onderhoud motor
WAARSCHUWING
Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk
letsel veroorzaken.
Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere
lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en
andere hete oppervlakken.
Onderhoud van het luchtfilter
Onderhoudsinterval: Om de 250
bedrijfsuren—Vervang het
voorfilter. (Vaker in stoffige,
vuile omstandigheden)
Om de 250 bedrijfsuren—Controleer
het hoofdluchtfilter
Om de 500 bedrijfsuren—Vervang
het hoofdluchtfilter.
Opmerking: U moet de filters vaker controleren als
de machine wordt gebruikt in buitengewoon stoffige of
zanderige omstandigheden.
Filters verwijderen
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Maak de sluitingen op het luchtfilter los en trek
het luchtfilterdeksel van de luchtfilterbehuizing
(Figuur 47).
1. Luchtfilterbehuizing
2. Voorfilter
3. Vergrendeling
38
Figuur 47
4. Luchtfilterdeksel
5. Veiligheidsfilter