6 Ingebruikname
6.3.4
Elektr. verwarm. el. instellen
1.
Stel met
of
in, of een elektrische dompelaar aan-
wezig is.
2.
Bevestig de instelling met
◁
U kunt het elektr. verwarm. el. via het menu Tempe-
ratuur water deactiveren (→ Pagina 20).
Aanwijzing
Als er een elektr. verwarm. el. is geïnstal-
leerd, moet deze in het menu worden inge-
steld.
6.3.5
Aantal collectoren instellen
Aanwijzing
Afhankelijk van het aantal aangesloten collectoren
kiest de zonneregelaar de vultijd.
1.
Stel met
of
het aantal collectoren in.
2.
Bevestig de instelling met
6.3.6
Multifunctionele uitgang instellen
1.
Selecteer met
of
nele uitgang.
–
niet aangesl. (fabrieksinstelling): Multifunctionele
uitgang uitgeschakeld
–
LEG: Selecteer deze functie bij gebruik van een le-
gionellabeschermingspomp. De legionellabescher-
mingspomp wordt door de zonnemodule aange-
stuurd, wanneer het legionellaprogramma actief is.
–
BYP: Selecteer deze functie om te voorkomen dat
er te hoge temperaturen in het verwarmingsappa-
raat komen. Hiervoor moet de voeler T7 aanwezig
zijn en moet er een klep op de bypassuitgang zijn
aangesloten. De klep wordt geschakeld, wanneer de
op de voeler T7 gemeten waarde een van tevoren
ingestelde grenswaarde overschrijdt.
2.
Bevestig de instelling met
6.3.7
Vullen van het zonnesysteem testen
Bij elke nieuwe start van het zonnesysteem moet de zonne-
pomp een tijd lang met hoog vermogen lopen tot de zonne-
leiding naar het collectorveld en het collectorveld met collec-
torvloeistof gevuld is en de collectorvloeistof naar het zon-
nelaadstation terugstroomt (vulfase).
Na de door de installatiegrootte opgegeven vultijd reduceert
de zonneregelaar het toerental van de zonnepomp tot een
voor de volgende bedrijfsfase vereist, lager niveau.
De lengte van de vulfase (vultijd) is afhankelijk van het aan-
tal aangesloten collectoren. Vooringesteld is een vultijd van
60 seconden plus nog eens 20 seconden per collector.
De vultijd is echter ook afhankelijk van leidingdoorsnedes,
het aantal bochten en de verticale hoogte tussen het hoog-
ste en het laagste punt van het zonnesysteem. Daarom moet
u de vultijd evt. corrigeren. De vultijd kunt u tussen 10 secon-
den en 10 minuten instellen.
▶
Start de vulfase met
.
▶
Terwijl de zonnepomp loopt, dient u te controleren of de
collectorvloeistof in de boiler terugloopt.
18
.
.
de functie van de multifunctio-
.
Als de zonnepomp opnieuw stilstaat, geeft het display "Test
OK" weer.
▶
Als u geen terugstroom in de boiler vastgesteld hebt,
druk dan op
.
▶
Stel een langere vultijd in.
▶
Wacht tot alle collectorvloeistof opnieuw in de boiler ge-
stroomd is.
▶
Start de vulfase opnieuw met
▶
Herhaal de vulprocedure tot u een terugstroom in de
boiler vaststelt.
6.3.8
Vultijdcorrectie instellen
1.
Stel met
of
de vultijdcorrectie in.
2.
Bevestig de instelling met
6.3.9
Contactgegevens instellen
1.
Stel met
,
,
en
2.
Bevestig de wijziging met
6.3.10 Installatieassistent afsluiten
▶
Druk voor het afsluiten van de installatieassistent op
Aanwijzing
Als u de installatieassistent met succes door-
lopen en bevestigd hebt, dan start hij bij het
volgende inschakelen niet meer automatisch.
Aanwijzing
U kunt alle ingevoerde instellingen later in het
menupunt Configuratie bekijken en daar ook
wijzigen.
6.4
Drukvereffening uitvoeren
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door verkeerd of
niet uitgevoerde drukvereffening!
Het niet beluchten of het beluchten op een
ander tijdstip dan aangegeven, kan schade
aan het zonnesysteem veroorzaken. De fa-
brikant geeft in dit geval geen garantie voor
de werking van het zonnesysteem.
▶
Zorg ervoor dat u de drukvereffening zo-
als hier beschreven uitvoert, vooral ook op
het opgegeven tijdstip.
De lucht, die zich in de collectoren bevindt, warmt zich tij-
dens de installatie van het volledige zonnesysteem op. De
dichtheid van de lucht in de collectoren daalt.
Bij de eerste start van het zonnesysteem verlaat de hete
lucht de collectoren en stroomt in de aanzienlijk koelere buis-
slang van de boiler, waar ze afkoelt. Daardoor ontstaat een
onderdruk in het systeem.
Omdat een onderdruk in het zonnesysteem tot pompgelui-
den kan leiden en de capaciteit en de levensduur van de
zonnepompen vermindert, moet u bij de eerste ingebruik-
neming een drukvereffening uitvoeren.
Installatie- en onderhoudshandleiding GHSD 8 0020206878_01
.
.
uw telefoonnummer in.
.
.