5 Installatie
Aanwijzing
Voor een eenvoudigere bediening kunt u
het display volledig afnemen door de stek-
kers van de bussen X1 (3) en eBUS (5) te
trekken. Neem hierbij de maatregelen tegen
elektrostatische ontlading (ESD) in acht.
5.
Steek de stekker van de aansluitkabel in de bus X7 (6)
in de zonneregelaar.
6.
Steek evt. de stekker van het display in de bus X1 (3).
7.
Steek evt. de stekker van de eBUS in de bus eBUS (5).
8.
Steek evt. de stekker van de verbindingskabel voor de
warmte-aanvraag op een CV-ketel op de bus C1/C2 (4).
–
De warmte-aanvraag wordt via de voeler T7 inge-
steld.
9.
Sluit de thermostaatbehuizing.
10. Draai de schroeven (1) vast.
11. Bevestig de aansluitkabel. Let erop dat de aansluitka-
bel niet tegen de met collectorvloeistof doorstroomde
buizen ligt.
12. Stel bij de ingebruikneming de gebruikte systeemcom-
ponent in de multifunctionele uitgang (→ Pagina 18) in.
5.8.2
Collectortemperatuurvoeler,
boilertemperatuurvoeler en
systeemthermostaat aansluiten
Voorafgaande werkzaamheden
1.
Haal de frontmantel eraf. (→ Pagina 11)
2.
Open de smalle klep onderaan aan de zonneregelaar.
3.
Installeer de collectortemperatuurvoeler in de laatst
doorstroomde collector of bij een gedeeltelijke over-
schaduwing in een niet overschaduwde collector.
Voorwaarden: Bivalente boiler met C1/C2-verbindingskabel
2
3
▶
Installeer de boilertemperatuurvoeler (optioneel) in de
dompelbuis van de boiler.
▶
Voer de aansluitleidingen van de collectorvoeler en de
boilertemperatuursensor (optioneel) door de kabeldoor-
voer.
14
▶
Klem de aansluitleiding van de collectortemperatuurvoe-
ler aan de klemmen (2) aan.
▶
Klem de aansluitleiding van de boilertemperatuursensor
(optioneel) aan de klemmen(3) aan.
Voorwaarden: Bivalente boiler met eBUS-verbindingskabel
▶
Sluit de boilertemperatuurvoeler aan op de CV-ketel.
▶
Voer de aansluitleidingen van de collectortemperatuur-
voeler en de eBUS-kabel van de systeemthermostaat
door de kabeldoorvoering.
▶
Klem de aansluitleiding van de collectortemperatuurvoe-
ler aan de klemmen (2) aan.
▶
Klem de eBUS-leiding van de systeemthermostaat aan
de klemmen (1) aan.
Voorwaarden: Monovalente boiler met bypassklep
▶
Installeer de boilertemperatuurvoeler op de warmwater-
aanvoer.
▶
Voer de aansluitleidingen van de collectortemperatuur-
voeler en de boilertemperatuurvoeler door de kabeldoor-
voering.
▶
Klem de aansluitleiding van de collectortemperatuurvoe-
ler aan de klemmen (2) aan.
▶
Klem de aansluitleiding van de boilertemperatuurvoeler
aan de klemmen (3) aan.
5.8.3
Netaansluitleiding plaatsen
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door verkeerde
aansluitspanning!
▶
Zorg ervoor dat de nominale spanning van
het stroomnet 220-240 V bedraagt.
Aanwijzing
Als impulsachtige foutstromen als gevolg van kort-
stondige netoverspanningen en ongelijkmatige
fasebelasting bij inschakelbewerkingen optreden,
dan raden we pulsstroomgevoelige FI-veiligheids-
schakelaars van het type AC/DC-gevoelige FI-
veiligheidsschakelaars van het type B in kortetijd-
vertraagde uitvoering (VSK) aan.
1
1.
Sluit het product via een vaste aansluiting en een al-
polige scheidingsinrichting met minstens 3 mm con-
tactopening (bijv. zekeringen of vermogensschakelaar)
aan.
Installatie- en onderhoudshandleiding GHSD 8 0020206878_01