De batterij en een geheugenkaart plaatsen
Nadat de batterij volledig is opgeladen, plaatst u de batterij en de geheugenkaart volgens onder-
staande aanwijzingen in de camera.
1
Open de afdekkap van het batterijencom-
partiment.
a
Opmerking
Controleer altijd of de camera is uitgeschakeld
voordat u de afdekkap van het batterijencompar-
timent opent.
3 Attentie
• Open de afdekkap van het batterijencomparti-
ment nooit wanneer de camera is ingeschakeld.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgs-
maatregel kan beschadiging van fotobestan-
den of geheugenkaarten tot gevolg hebben.
• Gebruik niet te veel kracht wanneer u de afdek-
kap van het batterijencompartiment opent of
sluit.
10
2
Plaats de batterij.
Breng de oranje streep op de batterij op één
lijn met de oranje batterijvergrendeling, druk
de batterijvergrendeling opzij en laat de bat-
terij in het compartiment glijden. Controleer
of de batterij goed vergrendeld is.
Oranje streep
Batterijvergrendeling
3
Attentie
Plaats de batterijen in de juiste richting in het
batterijencompartiment. Oefen nooit kracht uit
en probeer niet de batterij achterstevoren of on-
dersteboven in het compartiment te drukken. Als
de batterij in de richting wordt gehouden, glijdt
hij moeiteloos in het compartiment.