3
Sluit de lader aan op een stopcontact.
Steek de stekker in een stopcontact binnenshuis. De laadindicator licht op.
De laadindicator
De laadindicator
De laadindicator geeft de voortgang van het opladen als volgt weer:
Laadindicator
Laadindicator
Uit
Aan (groen)
Aan (oranje)
Knippert (oranje)
4
Laad de batterij op.
Verwijder de batterij wanneer deze is opgeladen.
3 Attentie
Trek de stekker van de batterijlader uit het stopcontact nadat de batterij is opgeladen.
Laadtoestand
Laadtoestand
Geen batterij
geplaatst.
Batterij volledig opgeladen. Verwijder de batterij.
De batterij wordt opgeladen.
Batterij defect.
Actie
Actie
Plaats de batterij.
—
Trek de stekker van de lader uit het stopcontact en
verwijder de batterij.
De batterij opladen
9