Inhoudsopgave
Advertenties
Probleemoplossing
Voeding en batterij
Probleem
Probleem
De camera kan
niet worden
ingeschakeld.
Voeding
De batterij raakt
snel leeg.
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld.
De batterij
wordt niet
opgeladen.
Het opladen ver-
loopt traag.
Batte-
rijlader
De laadindicator
brandt, maar
de batterij laadt
niet op.
112
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
De batterij is leeg
De batterij is niet goed geplaatst
De afdekkap van het batterijencompartiment is
niet vergrendeld.
De batterij is koud
Er zit vuil op de polen van de batterij.
De M-stand van de camera is geactiveerd. Selecteer een andere opnamestand.
De batterij is heel vaak opgeladen
F SCHERPSTELLING staat ingesteld op
u CONTINU.
De batterij is leeg
De batterij is niet correct geplaatst.
Het is te koud.
Er zit vuil op de polen van de batterij
De batterij is heel vaak opgeladen
De batterij is te warm of te koud
Oplossing
Oplossing
Laad de batterij op of plaats een volledig opgeladen
reservebatterij.
Plaats de batterij nogmaals en in de juiste richting in
het compartiment.
Vergrendel de afdekkap van het batterijencompar-
timent.
Warm de batterijen op in een van uw zakken of op
een andere plaats en stop de batterijen pas vlak
voordat u gaat fotograferen in de camera.
Maak de polen schoon met een zachte, droge doek.
Het einde van de levensduur van de batterij is be-
reikt. Koop een nieuwe batterij.
Selecteer een andere instelling voor de scherpstel-
ling.
Laad de batterij op of plaats een volledig opgeladen
reservebatterij.
Plaats de batterij in de juiste richting in de batterijla-
der en sluit de lader aan op een stopcontact .
Het opladen verloopt traag .
Maak de polen schoon met een zachte, droge doek.
Het einde van de levensduur van de batterij is be-
reikt. Koop een nieuwe batterij. Neem contact op
met uw FUJIFILM-dealer als de batterij nog steeds
niet kan worden opgeladen.
Wacht totdat de batterijtemperatuur is gestabili-
seerd .
Pagina
Pagina
8
10
11
iv
—
22
—
83
8
8
iv
—
—
129
Advertenties
Inhoudsopgave
