I AFSPEEL VOLUME
I
AFSPEEL VOLUME
Druk de keuzeknop omhoog of omlaag om het vo-
lume te kiezen voor de weergave van fi lms en voice
memo's en druk op MENU/OK om te selecteren.
J LCD HELDERHEID
J
LCD HELDERHEID
Druk op keuzeknop omhoog of omlaag om de hel-
derheid van het LCD-scherm in te stellen en druk op
MENU/OK om de instelling te activeren.
M UITSCHAKELEN
M
UITSCHAKELEN
Hiermee selecteert u hoe lang het duurt totdat de
camera automatisch wordt uitgeschakeld wanneer
de camera niet wordt bediend. De batterij gaat lan-
ger mee als voor een kortere tijd wordt gekozen; bij
instelling op UIT moet de camera handmatig wor-
den uitgeschakeld. De camera wordt niet automa-
tisch uitgeschakeld wanneer de camera is aangeslo-
ten op een printer (pag. 63) of computer (pag. 73) en
tijdens diavoorstellingen (pag. 90).
2 Tip: De camera inschakelen
Om de camera opnieuw te activeren nadat hij automa-
tisch werd uitgeschakeld, gebruikt u de G-schake-
laar of druk u op de a-knop gedurende ongeveer een
seconde (pag. 14).
D
D DIGIT. ZOOM
DIGIT. ZOOM
Als deze instelling op AAN wordt gezet en T wordt
geselecteerd wanneer het maximale bereik van
optische zoom is bereikt, dan wordt digitale zoom
gebruikt waardoor het beeld nog verder wordt uit-
vergroot. Om digitale zoom te annuleren, zoomt u
uit tot het minimumbereik van digitale zoom en se-
lecteert u W.
Zoomindicator,
DIGIT. ZOOM uit
W
Optische zoom
3 Attentie
Digitale zoom levert een lagere beeldkwaliteit op dan op-
tische zoom.
Het menu Instellingen
Zoomindicator
Zoomindicator,
DIGIT. ZOOM aan
(behalve voor supermacrostand)
T
W
Optische zoom
Digitale zoom
T
107