Pomp-met-aandrijving uitlijning
Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING:
• Volg de procedures voor het uitlijnen van assen in volgorde om catastrofale defecten aan
aandrijvingscomponenten of onbedoeld contact met draaiende onderdelen te voorkomen. Volg de
installatie- en bedieningsprocedures van de fabrikant van de koppeling.
• Schakel altijd de de netspanning naar de aandrijving uit voordat u installatie- of onderhoudstaken gaat
uitvoeren. Als u de netspanning niet uitschakelt, kan dat leiden tot ernstig lichamelijk letsel.
Opmerking: Juiste uitlijning is de verantwoordelijkheid van de installateur en de gebruiker van de
eenheid. Controleer de uitlijning van eenheden die op een frame zijn gemonteerd, voordat u deze
eenheden bedient. Wanneer u dat niet doet, kan dit leiden tot schade aan apparatuur of verminderde prestaties.
Uitlijningscontroles
Wanneer uitlijningscontroles uitvoeren
Uitlijningscontroles moeten worden uitgevoerd wanneer het volgende optreedt:
• de procestemperatuur wordt veranderd;
• de leidingen worden veranderd;
• er is onderhoudswerk aan de pomp verricht.
Typen uitlijningscontroles
Type controle
Eerste uitlijningscontrole (koude
uitlijning)
Definitieve uitlijningscontrole
(warme uitlijning)
Eerste uitlijningscontroles (koude uitlijning)
Wanneer
Voordat u de grondplaat ingiet
Nadat u de grondplaat hebt
ingegoten
Nadat u de leidingen hebt
aangesloten
Definitieve uitlijningscontroles (warme uitlijning)
Wanneer
Nadat de pomp voor het eerst is
gebruikt
Periodiek
Toegestane afleeswaarden bij uitlijningscontroles
Opmerking: De opgegeven toegestane afleeswaarden zijn alleen geldig bij bedrijfstemperatuur. Bij koude
instellingen zijn andere waarden toegestaan. Gebruik de juiste toleranties. Wanneer u dat niet doet, kan dit
leiden tot verkeerde uitlijning en verminderde betrouwbaarheid van de pomp.
Model NM 3196 i-FRAME Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Wanneer uitvoeren
Voorafgaand aan gebruik wanneer de pomp en aandrijving op
omgevingstemperatuur zijn.
Na gebruik wanneer de pomp en aandrijving op bedrijfstemperatuur
zijn.
Waarom
Hiermee zorgt u ervoor dat de uitlijning kan worden uitgevoerd.
Hiermee garandeert u dat er geen veranderingen hebben
plaatsgevonden tijdens het ingietproces.
Hiermee garandeert u dat spanningen op de leiding de uitlijning niet
hebben veranderd.
Als veranderingen hebben plaatsgevonden, moet u de leidingen
aanpassen om spanningen op de flenzen te voorkomen.
Waarom
Hiermee zorgt u voor de juiste uitlijning wanneer zowel de pomp als
de aandrijving op bedrijfstemperatuur zijn.
Hierbij moeten de fabriekswerkprocedures worden toegepast.
Installatie (vervolg)
35