9 Verhelpen van storingen
Voorwaarden: S.86 wordt weergegeven
Het product blijft in de comfortbeveiligingsmodus en gaat niet
terug naar het normale bedrijf.
▶
Controleer de genoemde componenten en vervang deze
eventueel.
▶
Om vast te stellen of een component defect is, leest u het
foutgeheugen (→ Pagina 24) uit.
verschijnt bijv. als u een onderhoudsinterval hebt inge-
steld en dit verstreken is of als een product zich in de com-
fortbeveiligingsmodus bevindt en er een servicemelding is.
9.3
Fouten verhelpen
▶
Als er foutmeldingen (F.XX) optreden, verhelp de storing
dan na controle van de tabel in de bijlage of m.b.v. het
Functiemenu (→ Pagina 27) resp. de Controleprogram-
ma's (→ Pagina 17).
Overzicht foutcodes (→ Pagina 40)
Als er meerdere fouten tegelijk optreden, dan geeft het
display de bijbehorende foutmeldingen afwisselend
gedurende telkens twee seconden weer.
▶
Druk op
(max. 3 keer) om het product opnieuw in
gebruik te nemen.
▶
Als u de fout niet kunt verhelpen en deze ook na reset-
pogingen opnieuw optreedt, neem dan contact op met de
klantenservice.
9.4
Foutgeheugen oproepen/wissen
Als er fouten opgetreden zijn, dan staan max. de 10 laatste
foutmeldingen in het foutgeheugen ter beschikking.
▶
Navigeer naar het Menu → Installateurniveau → Fou-
tenlijst en bevestig met
◁
Op het display wordt het aantal opgetreden fouten,
het foutnummer en de bijbehorende tekst weergege-
ven.
▶
Druk op
of
om de verschillende foutmeldingen op
te roepen.
▶
Druk twee keer op
om de foutlijst te wissen.
9.5
Parameters naar fabrieksinstellingen
resetten
Navigeer naar het Menu → Installateurniveau → Dia-
1.
gnosemenu → D.096 Fabrieksinstelling terugzetten?
en bevestig met
.
2.
Druk op
om de waarde op 1 te zetten en bevestig
met
.
24
.
9.6
Reparatie voorbereiden
1.
Stel het product tijdelijk buiten bedrijf (→ Pagina 30).
2.
Verbreek de verbinding van het product met het elektri-
citeitsnet.
3.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 10)
4.
Sluit de onderhoudskranen in de CV-aanvoer, in de CV-
retour en in de koudwaterleiding.
5.
Als u watervoerende componenten van het product wilt
vervangen, leeg dan het product (→ Pagina 30).
6.
Zorg ervoor dat er geen water op stroomvoerende on-
derdelen (bijv. de schakelkast) druppelt.
7.
Gebruik alleen nieuwe afdichtingen.
9.6.1
Reserveonderdelen aankopen
De originele componenten van het product werden in het ka-
der van de conformiteitskeuring door de fabrikant meegecer-
tificeerd. Als u bij het onderhoud of reparatie andere, niet
gecertificeerde of niet toegestane delen gebruikt, dan kan dit
ertoe leiden dat de conformiteit van het product vervalt en
het product daarom niet meer aan de geldende normen vol-
doet.
We raden ten stelligste het gebruik van originele reserveon-
derdelen van de fabrikant aan, omdat hierdoor een storing-
vrije en veilige werking van het product gegarandeerd is. Om
informatie over de beschikbare originele reserveonderdelen
te verkrijgen, kunt u zich tot het contactadres richten, dat aan
de achterkant van deze handleiding aangegeven is.
▶
Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderde-
len nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserve-
onderdelen die voor het product zijn toegestaan.
9.7
Defecte componenten vervangen
9.7.1
Brander vervangen
1.
Demonteer de compacte thermomodule. (→ Pagina 28)
2
2.
Maak de vier schroeven (1) aan de brander los.
3.
Haal de brander eraf.
4.
Monteer de nieuwe brander met een nieuwe afdichting
(2).
5.
Bouw de compacte thermomodule in. (→ Pagina 29)
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC exclusive 0020198144_02
1