Andere symbolen en tekens
Andere symbolen, tekens en afkortingen die gebruikt kunnen worden tijdens het gebruik van de Afinion 2-analysator worden hieronder uitgelegd. Deze symbolen of tekens
dienen slechts ter informatie en kunnen niet geactiveerd worden zoals de knoppen.
Symbool
Betekenis
Wachten!
Informatiecode
Operator-ID
Patiënt-ID
Controle-ID
Verbonden
Kwaliteitscontrole
geslaagd
Kwaliteitscontrole
mislukt
Resultaat ligt boven
het aanvaardbare
bereik.
Resultaat ligt beneden
het aanvaardbare
bereik.
C
Controle
O-ID
Operator-ID
P-ID
Patiënt-ID
C-ID
Controle-ID
RUN#
Uitvoeringsnummer
LOT#
Lotnummer
USER
Gebruiker
SUPERVISOR
Supervisor
Verschijnt:
De zandloper verschijnt tijdens de opstartprocedure.
Een pictogram dat gebruikt wordt met een codenummer [#] dat overeenstemt met code-specifieke informatieberichten [#]
(zie 'Informatieberichten en problemen oplossen').
Pictogram met het ID van de operator.
Pictogram met het ID van de patiënt.
Pictogram met het Controle-ID.
Het instrument is verbonden met de LIS/HIS/EMR server. Wanneer er geen symbool is, is het instrument niet verbonden met
de LIS/HIS/EMR server.
Controleresultaat valt binnen het aanvaardbare bereik.
Controleresultaat valt buiten het aanvaardbare bereik.
Het weergegeven controleresultaat ligt boven het aanvaardbaar bereik.
Het weergegeven controleresultaat ligt beneden het aanvaardbare bereik.
De letter C verschijnt op het scherm als de controlemodus geselecteerd is.
Afkorting die gebruikt wordt in de patiënt- en controlegegevens.
Afkorting die gebruikt wordt in de patiëntgegevens.
Afkorting die gebruikt wordt in de controlegegevens.
Afkorting die gebruikt wordt in de patiënt- en controlegegevens voor het uitvoeringsnummer van de analyse. Dit getal wordt
iedere dag om middernacht opnieuw ingesteld.
Afkorting die gebruikt wordt in de patiënt- en controlegegevens voor het lotnummer van de testcartridge.
Operator met gebruikers-privileges.
Operator met supervisor-privileges.
AFINION 2
Lijst met pictogrammen
NL | 31