De knoppen en hun functie
Door op een knop op het scherm te drukken, wordt de functie van deze knop geactiveerd. Alle druktoetsen die tijdens het gebruik van de Afinion 2-
analysator kunnen verschijnen, worden hieronder volgens hun functies verklaard.
Menu
Drukknop
Opstartmenu
Hoofdmenu
Configuratiemenu
Configuratiemenu
Patiënt-ID
Configuratiemenu
Operator
Patiënt- en
controlegegevens
Universele
knoppen
Naam
Functie
Modus patiëntmonster
De modus patiëntmodus selecteren.
Controlemodus
De controlemodus selecteren.
Hoofdmenu
Hoofdmenu openen (Operator-ID, patiëntgegevens, controlegegevens en configuratiemenu).
Ingeschakeld-gedeblokkeerd
KC blokkeerstatus
Alle controles vallen binnen de geconfigureerde interval. Het is mogelijk patiënttesten uit te voeren
voor alle onderzoeken.
Waarschuwing-gedeblokkeerd
Alle controles vallen binnen de geconfigureerde interval. Wanneer één of meer van de onderzoeken 10 %
KC blokkeerstatus
of minder over heeft van de geconfigureerde interval, wordt het waarschuwingspictogram weergegeven.
Het is mogelijk patiënttesten uit te voeren voor alle onderzoeken.
Vervallen-gedeblokkeerd
KC blokkeerstatus
Eén of meer controles zijn vervallen volgens de geconfigureerde interval. Het uitvoeren van patiënttes-
ten op het verlopen onderzoek is geblokkeerd.
Knop uitloggen operator
Knop handmatig uitloggen operator.
Patiëntgegevens
Resultaatgegevens van patiënt weergeven. Patiëntresultaten bekijken, afdrukken of exporteren.
Controlegegevens
Resultaatgegevens van controle weergeven. Controleresultaten bekijken, afdrukken of exporteren.
Configuratiemenu
Configuratiemenu openen (taal, Patiënt-ID aan/uit, datum/tijd en scherm/volume).
Configuratiemenu
Functie Patiënt-ID configureren.
Patiënt-ID
Configuratiemenu
Functie Operator configureren.
Operator
Menu Regionale instel-
Regionale instellingen, taal, etc. configureren.
lingen
Menu Scherm/volume
Scherm- en volume-instellingen configureren (scherminstelling en pieptoonvolume).
Menu Datum/tijd
Instellingen voor datum/tijd invoeren.
Configuratiemenu
KC blokkeerfunctie configureren.
KC-blokkering
Menu algemene
Open het menu algemene instellingen.
instellingen
Patiënt-ID uitgeschakeld
Patiënt-ID uitgeschakeld.
Patiënt-ID ingeschakeld
Patiënt-ID ingeschakeld en vereist.
Configuratie
Functie Operator-ID configureren.
Operator-ID
Automatisch uitloggen
Configureer het aantal minuten voordat de operator automatisch wordt uitgelogd.
operator
Operatorlijst
Operatorlijst beheren. Operators bekijken, toevoegen, bewerken en verwijderen.
Afdrukken
Resultaat afdrukken op een aangesloten printer.
Resultaatgegevens expor-
Resultaatgegevens exporteren naar aangesloten USB-stick.
teren
Patiënt-ID
Patiënt-ID invoeren.
Controle-ID
Controle-ID invoeren.
Enter
Bevestigen en terugkeren naar vorige weergave.
Backspace
Vorige teken wissen.
Verhogen
Volume verhogen.
Lijst met pictogrammen
AFINION 2
NL | 29