De functie Controle-ID gebruiken
Tijdens een kwaliteitscontrole moet altijd een geschikt Controle-ID ingevoerd worden. Het lotnummer van het controlemateriaal is geschikt als Controle-ID.
De functie Controle-ID kan niet uitgeschakeld worden.
De Controle-ID invoeren
Het is aan te raden het Controle-ID in te voeren tijdens het verwerken van de testcartridge in de analysator. De verwerking wordt niet onderbroken door het invoeren van
het Controle-ID. Het is ook mogelijk het Controle-ID in te voeren voor de verwerking. U kunt zowel letters als cijfers invoeren (maximaal 16 tekens). De Controle-ID wordt
opgeslagen in het geheugen en weergegeven naast andere specifieke gegevens voor deze run.
Om het Controle-ID in te voeren tijdens verwerking, doet u het volgende:
1
Raak
2
Voer de Controle-ID in getallen in en/of raak
Raak
3
De ingevoerde Controle-ID verschijnt op het scherm.
De aanraak-knop voor de Controle-ID blijft zichtbaar op het scherm en er kunnen correcties aangebracht worden.
De functie KC blokkering gebruiken
Wanneer de KC blokkeerfunctie is ingeschakeld voor één of meer onderzoeken, moeten goedgekeurde controletesten worden uitgevoerd binnen de configuratieinterval. Als de
interval verloopt, wordt de patiënttest voor dit onderzoek geblokkeerd. Een geslaagde controle-run moet worden uitgevoerd volgens de configuratie, om de interval te resetten of het
onderzoek te deblokkeren voor patiënttesten. Een mislukte controle-run schakelt de patiënttesten uit (zie "Configuratie KC-blokkering" op pagina 14.
KC blokkeerstatus
De status van de actieve KC-blokkering wordt aangegeven met een knop KC blokkeerstatus (hangslotsymbool), zichtbaar in het Opstartmenu. Dit toont de status van de KC-
blokkering aan de operator voordat hij probeert testen uit te voeren.
Het hangslot-symbool is alleen zichtbaar als de KC blokkeerfunctie is ingeschakeld voor één of meer onderzoektypes.
De gebruikte hangslot-symbolen zijn:
Ingeschakeld-gedeblokkeerd
Alle controles vallen binnen de geconfigureerde interval. Het is mogelijk patiënttesten uit te voeren voor alle onderzoeken.
Waarschuwing-gedeblokkeerd
Alle controles vallen binnen de geconfigureerde interval. Wanneer één of meer van de onderzoeken 10 % of minder over heeft van de geconfigureerde
interval, wordt het waarschuwingspictogram weergegeven. Het is mogelijk patiënttesten uit te voeren voor alle onderzoeken.
Vervallen-geblokkeerd
Eén of meer controles zijn vervallen volgens de geconfigureerde interval. Het uitvoeren van patiënttesten op het verlopen onderzoek is geblok-
keerd.
aan om de optie Controle-ID in te voeren.
aan om te bevestigen en terug te keren naar het vorige scherm.
aan om letters in te voeren.
AFINION 2
Testprocedures
NL | 21