10 Bediening
10.9 Landspecifieke gegevensrecord instellen
Af fabriek is geen landspecifieke gegevensrecord in de omvormer ingesteld. Om te zorgen dat de
omvormer kan terugleveren, moet een landspecifieke gegevensrecord worden ingesteld. De
landspecifieke gegevensrecord moet op de installatielocatie worden aangepast.
De landspecifieke gegevensrecord moet juist zijn ingesteld.
Als u een landspecifieke gegevensrecord instelt die niet geldig is voor uw land en uw
gebruiksdoel, kan dit leiden tot storing van de installatie en tot problemen met de
netwerkexploitant. Neem bij de keuze van de landspecifieke gegevensrecord in ieder geval
de ter plaatse geldende normen en richtlijnen evenals de eigenschappen van de installatie
(bijv. grootte van de installatie, netaansluitpunt) in acht.
• Als u niet zeker weet welke normen en richtlijnen voor uw land of uw gebruiksdoel geldig
zijn, neem dan contact op met de netwerkexploitant.
Voorwaarden:
☐ U bent als installateur op de gebruikersinterface aangemeld (zie hoofdstuk 10.2.1,
pagina 59).
Werkwijze:
1. Kies in het menu Apparaatbewaking.
2. [Initialisering] kiezen.
3. In de vervolgkeuzemenu Grid-code-instellingen de gewenste landspecifieke
gegevensrecord kiezen.
4. Verandering van de instelling met [Instellingen opslaan] bevestigen.
10.10 Vlamboogbeveiliging (AFCI) instellen
Het principe voor het wijzigen van bedrijfsparameters wordt in een ander hoofdstuk beschreven
(zie hoofdstuk 10.6, pagina 64).
Voorwaarden:
☐ Uw omvormer beschikt over AFCI. Of uw omvormer over AFCI beschikt, kunt u op de
typeplaat aflezen.
☐ U bent als Dienstverlener op de gebruikersinterface van het product aangemeld (zie
hoofdstuk 10.2.2, pagina 60).
Werkwijze:
• In de parametergroep Extended Model 2-1 RW de parameter AFCIActivationEn kiezen
en op On instellen.
66
STP110-60-BE-nl-15
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding