BESCHRIJVING
flensconstructie (C) aangesloten op de zuig- en
persleiding. In het centrum van de pompkop is een
gelagerde rotor (D) waarop twee tegenover elkaar
liggende persschoenen (E) zijn bevestigd.
In fase 1 perst de onderste persschoen, door de
draaiende beweging van de rotor, de pompslang
samen, waardoor de vloeistof in de slang wordt
verplaatst. Zodra de persschoen is gepasseerd, herstelt
zich de oorspronkelijke vorm van de pompslang ten
gevolge van de mechanische eigenschappen van het
materiaal.
In fase 2 wordt het te verpompen product de slang
ingetrokken door de (continue) draaiende beweging van
de rotor.
In fase 3 drukt vervolgens de tweede persschoen de
pompslang in. Door de continue draaiende beweging
van de rotor wordt er daarna niet alleen nieuw product
aangezogen, maar wordt het reeds aanwezige product
voor de persschoen ook nar buiten gedrukt. Op het
moment dat de eerste persschoen uit de pompslang
loopt, heeft de tweede persschoen de pompslang reeds
afgesloten hiermee wordt terugstroming van het
product
voorkomen.
Deze
wijze
van
vloeistofverplaatsing wordt ook wel het "verdringer-
principe" genoemd.
17