MMS-verzending. U kunt de kwaliteit definiëren in de
camera-instellingen.
Zie 'Instellingen van fotocamera
aanpassen', p. 39.
Achtergrond
Gebruik een eenvoudige achtergrond. Voor portretten en
andere foto's met mensen, moet u erop letten dat het
onderwerp zich niet tegen een rommelige of complexe
achtergrond bevindt, waardoor de aandacht van het
onderwerp wordt afgeleid. Verplaats de camera of het
onderwerp als aan deze voorwaarden niet wordt voldaan.
Plaats de camera dichter bij het object om duidelijkere
portretten te maken.
Diepte
Wanneer u landschappen fotografeert, kunt u diepte aan
foto's toevoegen door objecten op de voorgrond te
plaatsen. Als het object op de voorgrond zich te dicht bij
de camera bevindt, kan het wazig worden.
Lichtomstandigheden
Een verandering van de bron, hoeveelheid en richting van
het licht kan een foto aanzienlijk beïnvloeden. Hier volgen
enkele veelvoorkomende lichtomstandigheden:
Lichtbron achter het onderwerp. Plaats het
•
onderwerp nooit vóór een sterke lichtbron. Als de
lichtbron achter het onderwerp of zichtbaar in het
display staat, heeft de resulterende foto mogelijk een
te zwak contrast, is de foto te donker of bevat deze
ongewenste lichteffecten.
Onderwerp wordt van opzij belicht. Een sterke
•
belichting van opzij geeft een dramatisch effect, maar
is soms te schril, wat te veel contrast oplevert.
Lichtbron vóór het onderwerp. Fel zonlicht kan tot
•
gevolg hebben dat de personen hun ogen
dichtknijpen. Bovendien is het contrast vaak te groot.
Optimale belichting vindt u in situaties met veel
•
diffuus, zacht licht, bijvoorbeeld op een heldere of
lichtbewolkte dag of op een zonnige dag in de
schaduw van bomen.
Video-opname
Symbolen bij video-opname
In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
1
Symbool voor opnamemodus
2
Symbool voor ingeschakelde videostabilisatie
3
Symbool 'Geluid uitgeschakeld'
4
Actieve werkbalk (wordt niet weergegeven tijdens
een opname).
5
Symbool voor batterijniveau
37