van materialen. Voor milieu-informatie en het recyclen van uw Nokia-producten kijkt
u op www.nokia.com/werecycle of nokia.mobi/werecycle.
Het symbool van de doorgestreepte container op uw product, in de documentatie of
op de verpakking wil zeggen dat alle elektrische en elektronische producten,
batterijen en accu's na afloop van de levensduur voor gescheiden afvalverzameling
moeten worden aangeboden. Dit geldt voor de Europese Unie. Bied deze producten
niet aan bij het gewone huisvuil. Raadpleeg voor meer informatie de verklaringen
met betrekking tot het milieu op www.nokia.com/environment.
Aanvullende veiligheidsinformatie
Kleine kinderen
Het apparaat en toebehoren zijn geen speelgoed. Ze kunnen kleine onderdelen
bevatten. Houd deze buiten het bereik van kleine kinderen.
Gebruiksomgeving
Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan radiosignalen in de
normale positie aan het oor of wanneer het apparaat minstens 1,5 centimeter van
het lichaam wordt gehouden. Een draagtas, riemclip of houder voor het dragen van
het apparaat op het lichaam mag geen metaal bevatten en moet het apparaat op de
eerder genoemde afstand van het lichaam houden.
Voor het verzenden van gegevensbestanden of berichten is een goede verbinding
met het netwerk vereist. De verzending van gegevensbestanden of berichten kan
vertraging oplopen zolang een dergelijke verbinding niet beschikbaar is. Houd u aan
de instructies voor de afstand tot het lichaam totdat de verzending voltooid is.
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen
worden aangetrokken door het apparaat. Houd creditcards en andere magnetische
opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze media
zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het
functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig
beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast
te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie. Schakel
uw apparaat uit wanneer dat wordt voorgeschreven door instructies. Ziekenhuizen
en andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruikmaken van apparatuur
die gevoelig is voor externe RF-energie.
Geïmplanteerde medische apparatuur
Om mogelijke storing van geïmplanteerde medisch apparatuur zoals een pacemaker
of een geïmplanteerde defibrillator te voorkomen, raden fabrikanten van medische
apparatuur aan om draadloze apparaten altijd op minimaal 15,3 centimeter afstand
te houden. Personen met dergelijke apparaten moeten met het volgende rekening
houden:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3 centimeter afstand van
•
het medische apparaat.
Het draadloze apparaat niet in een borstzak dragen.
•
Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de andere kant van het lichaam
•
dan de kant waar het medische apparaat zit.
Schakel het draadloze apparaat uit als er enige reden is om te vermoeden dat
•
er een storing plaatsvindt.
Volg de instructies van de fabrikant van het geïmplanteerde medische
•
apparaat.
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat wanneer u een
geïmplanteerd medisch apparaat hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde
gehoorapparaten veroorzaken.
Voertuigen
Radiofrequente signalen kunnen elektronische systemen in gemotoriseerde
voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn, zoals
elektronische systemen voor brandstofinjectie, antiblokkeerremmen en systemen
voor elektronische snelheidsregeling of airbags negatief beïnvloeden. Raadpleeg
voor meer informatie de fabrikant van uw voertuig of van de hierin geïnstalleerde
apparatuur.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een
auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan risico's
opleveren en de garantie ongeldig maken. Controleer regelmatig of de draadloze
apparatuur in de auto nog steeds goed bevestigd is en naar behoren functioneert.
Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in
dezelfde ruimte als het apparaat of de bijbehorende onderdelen of toebehoren.
Vergeet niet dat in een noodsituatie de airbag in een auto met zeer veel kracht wordt
169