Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nokia N86 Gebruikershandleiding pagina 155

Inhoudsopgave

Advertenties

verschillende toepassingen kunnen hetzelfde
internettoegangspunt gebruiken.
Voor een gegevensverbinding hebt u een toegangspunt
nodig. U kunt verschillende soorten toegangspunten
definiëren, zoals:
MMS-toegangspunten, voor het verzenden en
ontvangen van multimediaberichten;
Internettoegangspunten, voor het verzenden en
ontvangen van e-mail en om verbinding te maken met
internet.
Vraag uw serviceprovider welk type toegangspunt u nodig
hebt voor de dienst die u wilt gebruiken. Neem contact op
met uw serviceprovider voor meer informatie over de
beschikbaarheid van en abonnementen op diensten voor
packet-gegevensverbindingen.
Toegangspunten
Een nieuw toegangspunt maken
Selecteer
Menu
Instrumenten
>
Verbinding
> Bestemmingen.
U ontvangt de instellingen voor een toegangspunt
mogelijk in een bericht van een serviceprovider. Sommige
of alle toegangspunten kunnen door de serviceprovider
vooraf zijn ingesteld voor het apparaat; het is wellicht niet
mogelijk deze instellingen te wijzigen of verwijderen of
om nieuwe instellingen toe te voegen.
Wanneer u een van de groepen met toegangspunten
selecteert (
,
,
,
toegangspunten weergegeven:
Instellingen
>
,
), worden de typen
Aanduiding van een beveiligd toegangspunt
Aanduiding van een toegangspunt voor packet-
gegevens
Aanduiding van een draadloos LAN-toegangspunt
(WLAN)
Tip: U kunt internettoegangspunten in een WLAN maken
met de WLAN-wizard.
Selecteer
Toegangspunt
toegangspunt wilt maken.
U wordt gevraagd de beschikbare verbindingen te
controleren. De reeds beschikbare verbindingen worden
na de zoekopdracht weergegeven en kunnen door een
nieuw toegangspunt worden gedeeld.
Als u deze stap overslaat, wordt u gevraagd een
verbindingsmethode te selecteren en de benodigde
instellingen te definiëren.
Als u de instellingen van een toegangspunt wilt bewerken,
en
selecteert u een van de groepen met toegangspunten,
bladert u naar een toegangspunt en selecteert u
Bewerken. Gebruik de instructies die u hebt ontvangen
van uw serviceprovider om de volgende opties te
bewerken:
Naam verbinding — Hier kunt u een naam voor de
verbinding invoeren.
Drager gegevens — Selecteer het type
gegevensverbinding.
Afhankelijk van de geselecteerde gegevensverbinding zijn
slechts bepaalde velden beschikbaar. Vul alle velden in die
zijn voorzien van de aanduiding
als u een nieuw
Te definiëren
of een rood
155

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave