Als u een nieuw serverprofiel wilt maken, selecteert u
Opties
Serverprofielen
>
serverprofiel.
Deze instellingen kunt u van uw serviceprovider in een
configuratiebericht ontvangen. Zo niet, definieer dan het
volgende:
Servernaam — Voer een naam voor de configuratieserver
in.
Server-ID — Voer de unieke ID van de configuratieserver
in.
Serverwachtwoord — Voer het wachtwoord in
waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.
Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt dat u wilt
gebruiken voor de verbinding of maak een nieuw
toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u wordt gevraagd
welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens wanneer u
verbinding maakt. Deze instelling is alleen beschikbaar als
u
Internet
hebt geselecteerd als dragertype.
Hostadres — Voer het webadres van de
configuratieserver in.
Poort — Voer het poortnummer van de server in.
Gebruikersnaam en Wachtwoord — Voer uw
gebruikers-ID en wachtwoord in voor de
configuratieserver.
Configuratie toestaan — Selecteer
configuratiesessie te laten initiëren.
Automatisch accepteren — Selecteer
dat de server een bevestiging vraagt bij het initiëren van
een configuratiesessie.
160
Opties
Nieuw
>
>
Ja
om de server een
Ja
als u niet wilt
Netwerkverificatie — Geef aan of HTTP-verificatie moet
worden gebruikt.
Gebruikersnaam netwerk en Wachtwoord
netwerk — Voer uw gebruikers-ID en wachtwoord in voor
de http-verificatie. Deze instelling is alleen beschikbaar als
u
Netwerkverificatie
heeft geselecteerd voor gebruik.
Selecteer
Opties
Configuratie starten
>
wilt maken met de server om de configuratie-instellingen
voor uw apparaat te ontvangen.
Als u het configuratielogboek van het geselecteerde
profiel wilt weergeven, selecteert u
bekijken.
Als u de software van het apparaat wilt bijwerken via de
lucht, selecteert u
Opties
Door het bijwerken worden uw instellingen niet gewist.
Als u het updatepakket op het apparaat hebt ontvangen,
volgt u de aanwijzingen op het scherm. Het apparaat
wordt opnieuw gestart als de installatie is voltooid.
Bij het downloaden van software-updates worden
mogelijk grote hoeveelheden gegevens overgedragen
(netwerkdienst).
Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende
capaciteit heeft of dat de lader is aangesloten voordat u
begint met bijwerken.
als u verbinding
Opties
Logboek
>
Controleren op
updates.
>