3
Schuif de kaart naar binnen. U hoort een klik wanneer
de kaart vastklikt.
4
Sluit het achterklepje. Controleer of het klepje goed is
gesloten.
De geheugenkaart verwijderen
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het
moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij
de kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het
apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de
kaart worden aangetast.
1
Druk voordat u de kaart verwijdert op de aan/uit-toets
en selecteer
Geh.kaart
toepassingen worden gesloten.
2
Wanneer
Bij verwijderen geheugenkaart worden
geopende toepassingen gesloten. Toch
verwijderen?
wordt weergegeven, selecteert u Ja.
3
Wanneer
Verwijder geheugenkaart en druk op
'OK'
wordt weergegeven, verwijdert u de cover van
het apparaat.
4
Haal de geheugenkaart uit de sleuf door op de kaart
te drukken.
verwijderen. Alle
5
Trek de geheugenkaart uit de sleuf. Als het apparaat
is ingeschakeld, selecteert u OK.
6
Plaats de cover weer op het apparaat. Zorg ervoor dat
de cover goed wordt gesloten.
Het apparaat in- en uitschakelen
Het apparaat inschakelen:
1
Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
2
Als er naar een PIN-code of blokkeringscode wordt
gevraagd, voert u deze in en selecteert u OK. De vooraf
ingestelde blokkeringscode is 12345. Als u de code
bent vergeten en het apparaat is geblokkeerd, kunnen
er extra servicekosten in rekening worden gebracht.
Neem voor meer informatie contact op met een Nokia
Care-locatie of de leverancier van uw apparaat.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, drukt u kort op de
aan/uit-toets en selecteert u Uitschakelen!.
De batterij opladen
De batterij is gedeeltelijk opgeladen in de fabriek. Mogelijk
hoeft u de batterij voor gebruik niet op te laden. Als het
13