• [Panorama d. beweg.] kan in de volgende situaties worden gestopt:
– U pant de camera te snel of te langzaam.
– De camera wordt te veel bewogen.
Tips voor het vastleggen van een panoramisch
z
beeld
'Pan' de camera in een boog met constante snelheid en in dezelfde richting als op het LCD-
scherm wordt aangegeven. [Panorama d. beweg.] is geschikter voor stillevens en in mindere
mate voor bewegende beelden.
Verticale richting
• Wanneer u een zoomlens gebruikt, kunt u deze het beste met de W-zijde gebruiken.
• Bepaal de scène en druk de ontspanknop half in, zodat u de scherpstelling, belichting en
witbalans kunt vergrendelen. Druk vervolgens de ontspanknop geheel in en pan de
camera.
• Als een gedeelte met zeer gevarieerde vormen of een zeer gevarieerd landschap is
geconcentreerd langs de rand van het scherm, zal de beeldcompositie misschien niet
lukken. Pas in een dergelijk geval de compositie van het kader zo aan dat het gedeelte zich
in het midden van het beeld bevindt en maak vervolgens opnieuw een opname.
• U kunt de richting selecteren door MENU t [Beeldformaat] t [Panoramarichting] te
selecteren. U kunt het beeldformaat selecteren door MENU t [Beeldformaat] t
[Beeldformaat] te selecteren.
Panoramische beelden weergeven door te scrollen
z
U kunt panoramische beelden van begin tot eind scrollen door op het midden van de
draaiknop te drukken terwijl de panoramische beelden worden getoond. Druk opnieuw als u
wilt pauzeren.
Toont het getoonde gebied
van het gehele panoramische
beeld.
Horizontale richting
Straal zo kort mogelijk
• Panoramische beelden die zijn opgenomen met andere
camera's zullen misschien niet goed kunnen worden
weergegeven of gescrold.
NL
57