Wazige ronde witte vlekken zijn te zien op beelden die met de flitser zijn gemaakt.
• Het flitslicht is weerkaatst door deeltjes in de lucht (stof, pollen enzovoort) en dat is op het beeld te
zien. Dit is geen storing.
Het duurt te lang voordat de flitser opnieuw is opgeladen.
• De flitser is binnen een korte tijd meerdere keren gebruikt. Als de flitser meerdere keren achter elkaar
is gebruikt, kan het opladen langer duren dan gebruikelijk omdat moet worden voorkomen dat de
camera te heet wordt.
Een foto die met de flitser is gemaakt, is te donker.
• Als het onderwerp zich buiten het flitserbereik (de afstand die door het flitslicht kan worden bereikt)
bevindt, zullen de beelden donker zijn omdat het flitslicht het onderwerp niet bereikt. Als de ISO-
gevoeligheid wordt veranderd, verandert tevens het flitserbereik.
De datum en tijd worden onjuist vastgelegd.
• Stel de juiste datum en tijd in (bladzijde 143).
• Het gebied dat is geselecteerd met [Tijdzone instellen] verschilt van het feitelijke gebied. Stel het
feitelijke gebied in door MENU t [Instellingen] t [Tijdzone instellen] te selecteren.
De diafragmawaarde en/of de sluitertijd knipperen/knippert.
• Omdat het onderwerp te helder of te donker is, ligt het buiten het beschikbare bereik van de camera.
Pas de instellingen opnieuw aan.
Het beeld is witachtig (schittering).
Er verschijnt een lichtwaas op het beeld (Schaduwbeeld).
• De foto is genomen onder een sterke lichtbron waarbij veel te veel licht in de lens is gevallen.
Bevestig een lenskap wanneer u de zoomlens gebruikt.
De hoeken van de foto zijn te donker.
• Als een filter of lenskap wordt gebruikt, neem deze dan van de lens en maak de opname opnieuw.
Door de dikte van het filter en een onjuiste bevestiging van de lenskap kan het filter of de lenskap
gedeeltelijk zichtbaar zijn in het beeld. De optische eigenschappen van bepaalde lenzen kunnen ertoe
leiden dat de rand van het beeld te donker lijkt (onvoldoende licht). U kunt dit verschijnsel corrigeren
met [Lenscomp.: schaduw] (bladzijde 129).
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Activeer de functie Rode ogen verm. (pagina 109).
• Ga dicht naar het onderwerp toe en maak de opname binnen het flitserbereik met de flitser.
Punten verschijnen en blijven op het LCD-scherm.
• Dit is geen storing. Deze punten worden niet vastgelegd.
Het beeld is wazig.
• De foto is zonder flitser gemaakt op een donkere locatie, waardoor bewegingsonscherpte is ontstaan.
Het gebruik van een statief of de flitser wordt aanbevolen (bladzijde 65). [Schemeropn. uit hand] in
[Scènekeuze] (bladzijde 53) en [Anti-bewegingswaas] (bladzijde 55) zijn ook effectief bij het
verminderen van onscherpte.
De belichtingswaarde knippert op het LCD-scherm of de zoeker.
• Het onderwerp is te fel verlicht of te donker voor het lichtmeetbereik van de camera.
NL
185
Vervolg r