§6.4.1 Functie Vullen met pompen en inspoelen
Is de spuitmachine met vulhoeveelheidmeting (vulflowmeter of vulniveausensor) uitgerust, dan kan
bij deze functie ook de gewenste vulhoeveelheid worden ingevoerd.
Is de gewenste vulhoeveelheid bereikt, dan wordt deze automatisch als actuele tankinhoud op het
hoofdscherm van de Flowmaster overgenomen. Bij uitrusting met Autoset wordt het vulproces ook
automatisch beëindigd.
Handelwijze bij de functie Vullen met pomp en inspoelen:
• Koppel de zuigslag aan de zuigaansluiting (zie bedieningshandleiding van de spuitmachine).
Uitgangspositie:
Kies de functie "Vullen m. pomp" door middel van de draaiknop op de SMC - box;
"Vullen m. pomp" knippert.
Bevestig de functie "Vullen m. pomp" door op de "START" – toets te drukken;
Op het display van de SMC – box verschijnt nu b.v.:
Ltr =0050/3600
De eerste waarde (50 ltr) is de berekende resterende inhoud in de tank.
Met de berekende resterende inhoud wordt normaal gesproken bij het vullen rekening
gehouden, d.w.z. dat in dit voorbeeld slechts 3.550 l wordt gevuld.
Door de "Pijl" – toets in te drukken kan de berekende resterende inhoud indien gewenst ook
worden gewist. Dit is bijvoorbeeld zinvol als een grotere resterende inhoud wordt
weergegeven, hoewel de tank geheel is leeg gespoten.
Als tweede waarde (3600 ltr) verschijnt de nominale inhoud van de hoofdtank.
Deze waarde kan indien gewenst met behulp van de draaiknop in stappen van 25 l worden
veranderd en deze wordt vervolgens als gewenste vulhoeveelheid overgenomen.
Aanwijzing: De nominale inhoud van de hoofdtank kan in de basisinstellingen van de SMC
– box worden geprogrammeerd.
Door op de "START" – toets te drukken wordt het vulproces geactiveerd:
Bij uitrusting met Autoset (optioneel) worden nu de ventielen A, B, D en E op het
bedieningscentrum van de spuitmachine automatisch op de positie "Vullen m. pomp"
ingesteld (fig. 5).
Bij uitrusting met Assistron (optioneel) (fig. 4) brandt op de 5-weg-kraan A en B aan zuig-
en perszijde telkens één LED, die de juiste schakelpositie voor de functie "Vullen m. pomp"
weergeeft. De beide 5-weg-kranen A en B moeten overeenkomstig de LED`s worden
ingesteld. De ventielen D en E moeten gesloten zijn (zie ook tabel 1 op pagina 46).
Aanwijzing: Het ventiel C voor injector – snelvulproces moet bij alle varianten handmatig worden
bediend (zie bedieningshandleiding van de spuitmachine).
76
Flowmaster FMA + SMC
De centrale schakelaar "Spuiten"
trekker staat op "UIT".
Op het display van de SMC – box wordt "Spuiten UIT" weergegeven.
op de bedieningseenheid in de
BEDIENINGSHANDLEIDING