Bedieningsorganen - Toro Greensmaster 3050 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor Greensmaster 3050:
- Gebruikershandleiding (28 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (9 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningsorganen
Maaipedaal
Als u het maaipedaal (Fig. 18) tijdens het gebruik volledig
intrapt, laat u de maaidekken neer en start u de
messenkooien. Het maaipedaal wordt tijdens het maaien
door de blokkerende werking van de kleppenset in die
positie gehouden. U hoeft het pedaal dus niet ingetrapt te
houden.
Rempedaal
Het rempedaal (Fig. 18) bedient een mechanische
trommelrem voor auto's op beide tractiewielen.
Hefpedaal
Als u het hefpedaal (Fig. 18) tijdens het maaien intrapt,
komen de messenkooien tot stilstand en worden de
maaidekken opgeheven. Het hefpedaal moet volledig
worden ingetrapt totdat de maaidekken geheel zijn
opgeheven en tot stilstand zijn gekomen.
Knop van parkeerrem
Trap het rempedaal in om het remsysteem in werking te
stellen en met een druk op het aangegeven knopje (Fig. 18)
worden de remmen vergrendeld in de parkeerstand. U
schakelt de parkeerrem uit door het rempedaal in te
trappen. Maak er een gewoonte van de parkeerrem in
werking te stellen als u de machine verlaat.
3
2
1
Figuur 18
1. Maaipedaal
2. Hefpedaal
3. Tractiepedaal
4
5
4. Rempedaal
5. Knop van parkeerrem
20
Tractie- en stoppedaal
Het tractiepedaal (Fig. 18) heeft drie functies: de machine
vooruit en achteruit te laten rijden en tot stilstand te
brengen. U moet de bovenkant van het pedaal intrappen om
vooruit te rijden en de onderkant van het pedaal om
achteruit te rijden of bij het stoppen als u vooruitrijdt.
Daarnaast kunt u het pedaal in de neutraalstand zetten om
de machine te stoppen. Laat uw hiel niet op Achteruit
rusten als u vooruitrijdt (Fig. 19).
Figuur 19
Gashendel
De gashendel (Fig. 20) biedt de bestuurder de mogelijkheid
het toerental van de motor te regelen. U verhoogt het
toerental van de motor door de gashendel naar Snel te
bewegen; u verlaagt het toerental van de motor door de
gashendel naar Langzaam te bewegen.
Opmerking: U kunt de motor niet afzetten met de
gashendel.
Choke
Om een koude motor te starten, sluit u de choke van de
carburateur door de chokehendel (Fig. 20) op Dicht te
zetten. Nadat de motor is gestart, kunt u met behulp van de
choke de motor regelmatig laten lopen. Zodra dit mogelijk
is, opent u de choke door de chokehendel naar achteren te
trekken en op Open te zetten. Als de motor warm is, hoeft
de choke niet of nauwelijks te worden gebruikt.
Contactschakelaar
Steek het sleuteltje in het contact (Fig. 20) en draai dit zo
ver mogelijk naar rechts op Start om de motor te starten.
Laat het sleuteltje direct los als de motor start; het sleuteltje
komt automatisch op Aan. Draai het contactsleuteltje naar
links op Uit om de motor af te zetten.
Advertenties
Inhoudsopgave
