1
Schakel
Instellingen in.
2
Raak Meer > Tethering en draagbare hotspot aan.
3
Raak Draagbare Wi-Fi-hotspot aan en schakel de hotspot in.
4
Raak Wi-Fi-hotspot configureren aan. Stel de naam, de coderingsmodus en het
wachtwoord van de Wi-Fi-hotspot in en raak dan Opslaan aan.
Beperk de hoeveelheid gegevens die andere apparaten kunnen gebruiken: Raak
Gegevenslimiet aan op het scherm Draagbare Wi-Fi-hotspot en volg de instructies
voor het instellen van een datalimiet. Uw telefoon schakelt de Wi-Fi-hotspot automatisch
uit wanneer aangesloten apparaten deze limiet overschrijden.
USB-tethering gebruiken
Afhankelijk van het besturingssysteem van uw computer moet u mogelijk telefoondrivers op
de computer installeren of een netwerkverbinding tot stand brengen om USB-tethering te
kunnen gebruiken. Raadpleeg de instructies van uw besturingssysteem.
1
Sluit uw telefoon met behulp van een USB-kabel aan op de computer.
2
Schakel
Instellingen in.
3
Raak Meer > Tethering en draagbare hotspot aan.
4
Schakel USB-tethering in om uw mobiele internet te delen.
Bluetooth-tethering gebruiken
Netwerk en delen
12