3. Zet de werktuighefhendel of de elektrische lift helemaal
omhoog. Controleer of de stootblokken op de
achterkant van de trekstangen van het maaidek contact
maken met de onderkant van de voetsteunen (Fig. 17).
2
Figuur 17
1. Stootblok
2. Rechter achterband
4. Als de stootblokken geen contact met de voetsteunen
maken, moet u de hefketting verstellen door te draaien
aan de moer op de oogbout in de achterste opening van
de tractorlift (Fig. 18). Draai de moer naar rechts om het
maaidek hoger te zetten of naar links om dit lager te
zetten.
5. Als een stootblok geen contact met de voetsteun maakt,
moet u de transporthoogtestop verstellen (Fig. 16).
2
5
Figuur 18
1. Stootblok
2. Draaipen
3. Stelbouten
1
4
3
m–6623
3. Trekstang
4. Voetsteun
1
4
3
m–2813
4. Transporthoogtestop
5. R-pen
Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie
de linker- en rechterzijde van de machine.
Zijafvoer gebruiken
Waarschuwing
Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan het
maaidek voorwerpen in de richting van de
bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig
letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in
contact komen met het mes.
Verwijder de grasgeleider nooit van het maaidek
omdat daarmee het maaisel wordt afgevoerd
naar het gazon. Een beschadigde grasgeleider
moet direct worden vervangen.
Kom nooit met uw handen of voeten onder het
maaidek.
Probeer nooit de afvoerzone of de maaibladen te
reinigen zonder de aftakas eerst uit te schakelen
en het contactsleuteltje op UIT te draaien.
Verwijder tevens het sleuteltje en trek de kabel
van de bougie(s).
1. Het maaidek is uitgerust met een scharnierende
grasgeleider, die het maaisel zijwaarts en omlaag naar
het gazon afvoert.
9