7.5 Toerentalspecificatie bevestigen
Het typische nominale toerental van een turbopomp is vooraf in de fabriek in de elektronische aandrij-
feenheid ingesteld. Als de elektronische aandrijfeenheid wordt vervangen of een ander pomptype wordt
gebruikt, worden de ingestelde waarden van het nominale toerental gewist. De handmatige bevestiging
van het nominale toerental is onderdeel van een redundant veiligheidssysteem om een te hoog toeren-
tal te voorkomen.
De redundante bevestiging van het nominale toerental van een turbopomp is mogelijk door de parame-
ter [P:777] NomSpdConf in de elektronische aandrijfeenheid aan te passen.
HiPace
10 | 30 | 60 | 80
300
350 | 450
400 | 700 | 800
Tab. 11:
Vereiste hulpmiddelen
● Aangesloten bedieningseenheid van Pfeiffer Vacuum
● Kennis van de configuratie en instelling van de bedieningsparameters van de elektronische aan-
Nominaal toerental aanpassen
1. Neem de gebruiksaanwijzing van de besturingseenheid in acht.
2. Raadpleeg de bedieningsinstructies van de elektronische aandrijfeenheid.
3. Stel de parameter [P:794] in op "1" en activeer de uitgebreide parameterset.
4. Open en bewerk de parameter [P:777].
5. Stel de parameter [P:777] in op de gewenste waarde voor bevestiging van het nominale toerental
Karakteristieke nominale toerentallen van turbopompen
drijfeenheid
in Hertz.
Alternatief voor het aanpassen van de bevestiging van het nominale toerental
Een Pfeiffer Vacuum SpeedConfigurator voor het eenmalig onmiddellijk instellen van de
parameter [P:777] is inbegrepen bij de vervangingseenheden.
Nominaal toerental
1500 Hz
1000 Hz
1100 Hz
820 Hz
Onderhoud
41/58